Les 05 - Actiekosten en staffelprijzen

Analyse en statistiek
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Analyse en StatistiekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Analyse en statistiek

Slide 1 - Diapositive

Actiekosten en staffelprijzen

Slide 2 - Diapositive

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Spoorboekje
Mededelingen
Leerdoelen
Herhaling
Wat weet je al
Theorie
Zelf oefenen
Samenvatten
Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Mededeling
Herkansing toets 2 op
19-06-2019
10:30 - 11:30
Lokaal volgt (kijk in je rooster)

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Leerdoelen
Je kunt straks de kosten berekenen die bij een actie horen.
Je kunt straks uitrekenen wanneer een actie geld gaat opleveren.
Je begrijpt het principe van staffelprijzen.
Je kunt berekenen of en wanneer staffelprijzen aantrekkelijker zijn dan vaste prijzen.

Slide 5 - Diapositive

Wat is de klantenpiramide van Curry?

Slide 6 - Question ouverte


Verklaar brutowinst.

Slide 7 - Question ouverte

Actiekosten
Hoeveel minimaal verkopen?
Vaste prijs of liever een staffel?
Totale actiekosten berekenen.

Slide 8 - Diapositive

Hoeveel moet je verkopen
  • Een bedrijf kan verschillende acties bedenken.
  • Deze acties koten geld maar.......
  • Leveren als het goed is ook geld op!
  • Wanneer is de actie dan geslaagd in termen van omzet en kosten?
  • Als alle kosten van de actie zijn terugverdient.

Slide 9 - Diapositive

Berekening
  • Je rekent eerst de omzet en kosten van de omzet uit.
  • Dan reken je de brutowinst uit.
  • De totale actiekosten deel je door de brutowinst.
  • Je hebt nu uitgerekend hoe vaak je de actie moet verkopen om uit de kosten te komen.
  • De uitkomst die je maal het aantal producten in de actie.
  • Je weet nu hoeveel producten je moet verkopen voor winst.

Slide 10 - Diapositive

Makkelijk voorbeeld
Actie is "4 halen is 3 betalen"
Verkoopprijs 90 euro
Inkoopprijs 50 euro
Totale actiekosten 3.500 euro

Hoeveel producten moet ik verkopen om de actie terug te verdienen?
Stappen
1 x actie geeft 3 x 90 = 270
1 x actie kost 4 x 50 = 200
BW 1 x actie  270 - 200 = 70
Dus 3.500 / 70 = 50 keer actie

50 x 4 = 200 producten verkopen om de actie terug te verdienen.

Slide 11 - Diapositive

Lastiger voorbeeld
20 halen is 16 betalen
Verkoopprijs 50 euro
Inkoopprijs 20 euro
Bedrijfskosten opslag 20%
Actiekosten 83.000 euro

Bereken het aantal producten dat je moet verkopen.
Opbrengst 20 producten is 16x50 = 800 euro
Kostprijs 20 producten is 20x20 = 400 euro
Bedrijfskosten 20 producten is 20x4%x20 = 80 euro
Brutowinst 800-480 = 320
Aantal acties 83.000/320 = 260
Aantal prod. 260x20 = 5.200

Slide 12 - Diapositive

Nog een vorm van actie
  • Staffels zijn ook een vorm van actie's. Ze komen in veel varianten voor zoals staffelkortingen, bonusstaffel of bij productprijzen.
  • Normaal betaal je een vast bedrag per product maar bij een staffel betaal je verschillende prijzen als je meer koopt.
  • De vaag is natuurlijk wanneer je het goedkoopst uit bent.

Slide 13 - Diapositive

Je kunt kiezen tussen vast prijs van 18,00 voor een product of een gestaffelde prijs.
0 - 1.000 producten 20,00 
1.001 - 2.000 producten 18,00
2.001 - 3.000 producten 17,00
3.001 en meer producten 16,00

Ik koop 3.600 producten.
Welke optie is het voordeligst?
Vast: 3.600 x 18 = 64.800
Staffel:
1.000 x 20 = 20.000
1.000 x 18 = 18.000
1.000 x 17 = 17.000
600 x 16 = 9.600
Totaal staffel: 64.600
is 200 euro goedkoper

Slide 14 - Diapositive

Totale actiekosten
Als je een actie vezint kan die uit verschillende onderdelen bestaan.
Aan al die onderdelen hangen kosten dus is het belangrijk dat je de totale actiekosten kunt berekenen.
Lees de opgaven goed en bekijk hoe vaak je welke kosten moet doorberekenen.

Slide 15 - Diapositive

Kortingsvoucher via de post.
Een bedrijf verstuurt 3.000 actiepakketten naar vaste klanten met daarin een voucher die opgestuurd moet worden.
2.000 klanten sturen de voucher op.
De klant ontvangt hiervoor een korting van 10 euro bij de eerstvolgende besteding.
Alle 2.000 klanten maken hier gebruik van en kopen iets in de winkel.

Slide 16 - Diapositive

Berekening totale actiekosten
2,50 aan materialen en verzendkosten voor een actiepakket
1,00 aan rembourskosten en administratie per voucher
10,00 aan korting die benut wordt per voucher
Totale kosten zijn dan: 29.500 euro
3.000 X 2,50 = 7.500
2.000 X 1,00 = 2.000
2.000 X 10,00 = 20.000

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maken uitgedeelde opgaven.
Eerst 10 minuten zelfstandig zonder overleg.
Daarna vragen aan je buurman als je er niet uitkomt.
Lukt het samen niet, dan vraag aan mij.
TEST JEZELF!
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen behaald?

Kun je bereken hoeveel je moet verkopen om break-even te draaien?
Weet je wat het verschil is tussen een vaste- en een staffel prijs?
Kun je uitrekeken wanneer het voordeliger is om te kiezen voor een vaste- of staffelprijs?
Kun je de totale actiekosten berekenen?

Slide 19 - Diapositive

Wil je nog iets vragen of weten?

Slide 20 - Question ouverte

Volgende keer
Conversie en servicegraad

Oefenen met opgavenbundel 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive