§2.4 Passive Voice: Present & Past Simple


2.3 Passive Voice: Present & Past Simple
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


2.3 Passive Voice: Present & Past Simple

Slide 1 - Diapositive

The Passive / Passive voice
* Nadruk op wat in plaats van wie

* Niet bekend of niet belangrijk wie het gedaan heeft

* Soms gebruik je by... om te vertellen wie het gedaan heeft, maar dit hoeft niet altijd.


Slide 2 - Diapositive

Present Simple Passive
  • (+) Am / Is / Are + voltooid deelwoord
  • This programme is sponspored by Adidas.
  • (-) Am not / is not / are not + voltooid deelwoord
  • The windows aren't washed that often.
  • (?) Am / Is / Are + onderwerp + voltooid deelwoord
  • Is the shop run by two brothers?

  • Voltooid deelwoord = ww+ed of 3e vorm

Bij feiten, meningen en dingen die vaker (niet) gebeuren

Slide 3 - Diapositive

Past  Simple Passive
  • (+) was / were + voltooid deelwoord
  • The parcel was delivered earlier today
  • (-) was not / were not + voltooid deelwoord
  • The windows weren't  washed yesterday.
  • (?) Was / Were + onderwerp + voltooid deelwoord
  • Was the robber chased by the police last night?

  • Voltooid deelwoord = ww+ed of 3e vorm

Bij de verleden tijd

Slide 4 - Diapositive

LessonUp opdracht 1
Typ voor iedere zin steeds de gegeven werkwoord in de passive

Gebruik geen afgekorte vormen (isn't, aren't, wasn't, weren't)


Slide 5 - Diapositive

(The dishes / to do) yesterday?

Slide 6 - Question ouverte

Coca cola (to make) in a factory.

Slide 7 - Question ouverte

I (often / to interrupt) by my phone.

Slide 8 - Question ouverte

My parents (to rob) during their holiday.

Slide 9 - Question ouverte

Josh (not / to question) by the police last week.

Slide 10 - Question ouverte

LessonUp opdracht 2
Verander de zinnen van actief naar passief

Typ de gehele zin over en sluit af met een leesteken


Slide 11 - Diapositive

They grow coffee in Brazil.

Slide 12 - Question ouverte

He examines patients on the second floor.

Slide 13 - Question ouverte

She feeds the animal twice a day.

Slide 14 - Question ouverte

They deliver the newspaper in the morning.

Slide 15 - Question ouverte

He found the child in the park.

Slide 16 - Question ouverte

They broke the glasses with a stone.

Slide 17 - Question ouverte

She saw the mouse in the kitchen.

Slide 18 - Question ouverte

I polished the furniture in the afternoon.

Slide 19 - Question ouverte

He made the dress. (gebruik by in deze zin)

Slide 20 - Question ouverte

Somebody pushed Mary into the water.

Slide 21 - Question ouverte

Extra oefenen
1. www.slimleren.nl --> §1.7

2. websites op de volgende pagina(s) Kijk goed dat je de juiste vormen oefent!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien