Thema 12 - 12.3

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

WELKOM!

Rekenen

Blok 1
Maandag 9 september 2024

- jas aan de kapstok

- kauwgom in de prullenbak

- telefoon in de bak

- capuchons/petten af

 

Ga lekker zitten!

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen 

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- doe je stil mee met de instructie

- doe je actief mee

- hebben we respect voor elkaar

- mag je fouten maken en vragen stellen

Wat gaan we doen?

- Afspraken 4B + doel komende periode

- Rekenen;

* Terugblik 

* Instructie

* Aan de slag

Terugblik

- 2D figuren

- horizontaal, verticaal, diagonaal

- 3D figuren

- Robot maken

Hoofdstuk 13 Lengte en oppervlakte

bij

bij

Meten en meetkunde

Rekenen

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

Voorkennis

blz. 26 - Startopdracht

bij

bij

Doelen H13

13.1 Lengtematen

Ik kan verschillende eenheden van lengte naar elkaar omrekenen

13.2 Lengte opmeten

 Ik ken een aantal voorwerpen om  te meten

Ik weet hoe ik een voorwerp kan meten

13.3 Omtrek

Ik weet  wat de omtrek is

Ik weet hoe ik de omtrek bereken

13.4 Oppervlakte

 Ik weet hoe de oppervlakte berekend wordt

Wat is lengte?

Lengte 

De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is. 

Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:

• De Lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  
• De afstand tussen Oosterhout is 5 km.
  

Voorbeelden: 

Een teennagel is bijna 1 mm dik

De lengte van het lokaal is 7 meter.

De afstand naar Enschede is 15 km.

De lengte geeft aan hoe lang

een figuur of voorwerp is.

Met lengte kan ook afstand worden bedoeld.

welke lengtematen ken je?

Ezelsbruggetje

lengtematen

millimeter     en     centimeter

Centimeter

&

millimeter

1 cm
=

10 mm

Sleep de eenheden van lengte

van groot (links)

naar klein (rechts)

hm

km

dam

m

dm

cm

mm

Welke lengte?

1. 1 cm
2. 1 mm
3. 1 dm
4. 1 hm

De hoogte van een deur is  . . .

Welke hoogte?

1. 20 decimeter
2. 2.000 centimeter
3. 20 decameter
4. 0,2 meter

Welke

lengte?

1. ± 5 m
2. ± 50 dm
3. ± 500 cm
4. ± 5.000 mm

Welke maateenheid?

Het meisje is 155  . . .

Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig, opdracht 1 t/m 16

Ben je klaar?

- robot maken

- werk van vorige week afmaken

Werkafspraken

- Ik werk zachtjes

- Ik ben bezig met mijn taken

- Ik werk netjes

Afsluiting

Doel behaald?

Werkafspraken.