Formuleren - herken de fout

Foutenlijst
1.1    onjuiste herhaling                    3    incongruentie
1.2    tautologie                                   4    dat/als-constructie
1.3    pleonasme                                 5    foutieve samentrekking
1.4    contaminatie                            6    foutieve beknopte bijzin
1.5    dubbele ontkenning             7.1    losstaand zinsgedeelte
2.1    onjuist verwijswoord            7.2    zinnen ten onrechte samenvoegen
2.2    onduidelijk verwijzen
woordniveau                                       zinsniveau
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Foutenlijst
1.1    onjuiste herhaling                    3    incongruentie
1.2    tautologie                                   4    dat/als-constructie
1.3    pleonasme                                 5    foutieve samentrekking
1.4    contaminatie                            6    foutieve beknopte bijzin
1.5    dubbele ontkenning             7.1    losstaand zinsgedeelte
2.1    onjuist verwijswoord            7.2    zinnen ten onrechte samenvoegen
2.2    onduidelijk verwijzen
woordniveau                                       zinsniveau

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fout herkennen + verbeteren
1. Lees de zin.
2. Wat zegt je gevoel? Woord- of zinsniveau? Zie je de fout al?
3. Welke fout is het? Sommige fouten zijn 'makkelijk' te herkennen. Zorg dat je de kenmerken van de fouten tot in de puntjes beheerst! Tip: streep weg welke het in ieder geval NIET zijn. Ga dan de resterende fouten één  voor één na.
4. Geef aan hoe de fout in de zin staat.
5. Verbeter de zin. Zorg dat je de 'verbeterstappen' van alle fouten tot in de puntjes beheerst!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fout herkennen + verbeteren
Voorbeelden van typische kenmerken:
  • Tautologie of pleonasme? Tautologie = 2x dezelfde woordsoort, pleonasme = woord + eigenschap.
  • Dat/als constructie =  dat als, omdat als, dat wanneer, omdat wanneer, dat indien, omdat indien naast elkaar (soms 1 woord ertussen)
  • Losstaand zinsgedeelte = vrijwel altijd twee zinnen (met punt ertussen).

  • Of leer bepaalde regels uit je hoofd: noch .. noch .. / zowel .. als .. = enkelvoudig onderwerp.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fout herkennen + verbeteren
Overige tips:
  • Vul altijd een formuleerfout in, ook al twijfel je. Leeg = altijd 0 punten.
  • Moeilijke zin? Ga eerst verder met de volgende en bewaar de moeilijkste voor het laatst.
  • Haal je altijd bijvoorbeeld twee dingen door elkaar? Lees het vlak voor de toets nog eens na en schrijf het als de toets begint meteen op je kladblaadje. (NIET voordat de toets begint, dat mag niet.)
  • Formuleren is het laatste onderdeel. Reserveer er genoeg tijd voor. Je mag er natuurlijk ook mee beginnen; jouw keuze.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Foutenlijst
1.1    onjuiste herhaling                    3    incongruentie
1.2    tautologie                                   4    dat/als-constructie
1.3    pleonasme                                 5    foutieve samentrekking
1.4    contaminatie                            6    foutieve beknopte bijzin
1.5    dubbele ontkenning             7.1    losstaand zinsgedeelte
2.1    onjuist verwijswoord            7.2    zinnen ten onrechte samenvoegen
2.2    onduidelijk verwijzen
Noteer van de volgende zinnen welke formuleerfout er staat, ZONDER NUMMER! Neem eventueel deze lijst over of kijk in je boek bij § 0 van H 7.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is geen enkel spoor van bewijs dat Evert die inbraak heeft gepleegd.

Slide 6 - Question ouverte

contaminatie: geen spoor van bewijs. / geen enkel bewijs
De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Hoewel hij al aardig oud is en genoeg geld heeft verdiend.

Slide 7 - Question ouverte

zinnen onjuist begrenzen. 
Eindelijk in Bethlehem gearriveerd, bleken alle herbergen vol te zijn.

Slide 8 - Question ouverte

foutief beknopte bijzin. 
In het wc-gebouw van onze sportvereniging hing al jaren een vieze stank.

Slide 9 - Question ouverte

pleonasme: vieze stank
Denise is mijn beste vriendin, maar vertel ik toch niet al mijn geheimen.

Slide 10 - Question ouverte

foutieve samentrekking (gram. functie)
Het spectaculairste dat ik heb meegemaakt, was de vliegshow van de onovertroffen Red Arrows.

Slide 11 - Question ouverte

dat = wat
De jongens wilden de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen.

Slide 12 - Question ouverte

dat/als-constructie
De regering raadt ons in verband met alle maatregelen af het land voorlopig niet te bezoeken.

Slide 13 - Question ouverte

dubbele ontkenning
Noch de voorzitter, noch de penningmeester hadden aan het jubileum van de vrijwilliger gedacht.

Slide 14 - Question ouverte

incongruentie
De kinderen gingen hun vader bezoeken, maar de man wilde hun niet zien.

Slide 15 - Question ouverte

hun = hen (lv)
Je klasgenoten gaan zich aan die rotopmerkingen die je altijd maakt als er een onvoldoende wordt gescoord steeds meer aan ergeren.

Slide 16 - Question ouverte

onjuiste herhaling. 
Hoewel we de catalogus reeds weken van te voren al in huis hadden, heeft mijn moeder nog niets gekozen.

Slide 17 - Question ouverte

tautologie: reeds en al 
reflectie

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke formuleerfouten moet je beter bestuderen?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbeter nu alle zinnen
Noteer hoe de fout in de zin staat (1), noteer de naam van de fout (2) en verbeter de zin (3).

Voorbeeld:
Er is geen enkel spoor van bewijs dat Evert die inbraak heeft gepleegd.
1. geen enkel spoor / geen spoor van bewijs
2. contaminatie
3. Er is geen spoor van bewijs dat Evert die inbraak heeft gepleegd.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer hoe de fout in de zin staat (1), noteer de naam van de fout (2) en verbeter de zin (3).

2. De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Hoewel hij al aardig oud is en genoeg geld heeft verdiend.
3. Eindelijk in Bethlehem gearriveerd, bleken alle herbergen vol te zijn.
4. In het wc-gebouw van onze sportvereniging hing al jaren een vieze stank.
5. Denise is mijn beste vriendin, maar vertel ik toch niet al mijn geheimen.
6. Het spectaculairste dat ik heb meegemaakt, was de vliegshow van de onovertroffen Red Arrows.
7. De jongens wilden de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen.
8. De regering raadt ons in verband met alle maatregelen af het land voorlopig niet te bezoeken.
9. Noch de voorzitter, noch de penningmeester hadden aan het jubileum van de vrijwilliger gedacht.
10. De kinderen gingen hun vader bezoeken, maar de man wilde hun niet zien.
11. Je klasgenoten gaan zich aan die rotopmerkingen die je altijd maakt als er een onvoldoende wordt gescoord steeds meer aan ergeren.
12. Hoewel we de catalogus reeds weken van te voren al in huis hadden, heeft mijn moeder nog niets gekozen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions