Ma 24 februari pleonasme en tautologie

Woordenschat
Pleonasme en tautologie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Woordenschat
Pleonasme en tautologie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijlfiguren: pleonasme en tautologie

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen:
*Je weet wat een pleonasme is.
*Je weet wat een tautologie is.
*Je kunt een (foutief) pleonasme en een (foutieve) tautologie herkennen in een tekst.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Uitleg pleonasme en tautologie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het?
Pleonasme en tautologie zijn stijlfiguren: manieren om iets op een bijzondere manier te vertellen. 

Doel: extra benadrukken of extra betekenis geven.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen 
  • Je begrijpt wat een stijlfiguur is.

  • Je kent de volgende stijlfiguren: pleonasme en tautologie 





 
  • Je kunt de stijlfiguren pleonasme en tautologie herkennen en benoemen.

  • Je kunt aangeven wanneer een pleonasme of tautologie fout is en je kunt dit ook verbeteren.




Weten 
4

Slide 6 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Foutief pleonasme en foutieve tautologie
Op het moment dat je tautologie of pleonasme niet als stijlfiguur, maar onbewust verkeerd in een tekst verwerkt, spreek je van foutief pleonasme en foutieve tautologie.

Bovendien moet ik morgen mijn huiswerk ook nog afmaken.
Wat zou het toch fijn zijn als er met Kerst een mooi pak witte sneeuw valt.






Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling van de betekenis van een woord of begrip.
Een eigenschap van het woord wordt extra herhaald.
Pleonasme
Tautologie

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een pleonasme

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met tautologie.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De witte sneeuw.
Een kind kan de strijk doen.
Tautologie
Pleonasme
Contaminatie

Slide 14 - Question de remorquage

Jij!
Pleonasme of tautologie?

Onze vriendschap is voor eeuwig en altijd.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat is een mooie, houten boomstam.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn haar zit schots en scheef.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Honderd km/uur is op de snelweg de uiterste limiet.
Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme of tautologie?

Er liggen daar mooie rode aardbeien.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme of tautologie?

Zie je daar een zwarte kraai?
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme of tautologie?

De politicus heeft met list en bedrog de verkiezingen gewonnen.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme of tautologie?

Het rode bloed viel gisteren op de grond.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme of tautologie?

Ik weet het, jij bent vast en zeker de verdachte.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme of tautologie?
Die nutteloze verspilling van papier moet stoppen.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Pleonasme of tautologie?
Wij hoeven tomaten tegenwoordig niet meer uit het buitenland te importeren.
A
Pleonasme
B
tautologie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor di 25 februari
Maken opdr. 6 t/m 9

Pleonasme en tautologie herkennen.
Over taal blok 4

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions