woensdag 6 februari

• nt2
• Basisschool
• Groep 1

de plooi

de plooien

de maag

verteren van voedsel

klein maken

enzymen lossen eten op

de vezels

persen = hard duwen

consumeren

opeten/gebruiken

bederven

Dit is bedorven

eten bereiden =

eten klaar maken

serveren

hygiënisch = schoon

vlees bakken

verhitten =

warm maken

de oven

micro-organismen

de pan

het gasfornuis

de ovenschotel

Waar of niet waar?
Enzymen werken beter als je goed kauwt.

1. Waar
2. Niet waar

1. de maag
2. de mag
3. het hart
4. de nier

1. eten
2. maken
3. persen
4. pressen

1. de magnetron
2. het fornuis
3. de oven
4. de ijskast

1. Braadpan
2. Kookpan
3. Koekenpan
4. wok

1. lekker
2. bedorven
3. bedroven
4. deborven

1. aanbieden
2. eten
3. serveren
4. bereiden

1. het eten bereiden
2. eten kopen
3. het eten berijden
4. het eten reiden

vragen

Waarom bakt de mevrouw een taart?

Wat heb je nodig voor een taart?

Wat is deeg?