Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Energiestromen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kan de volgende begrippen omschrijven:
1. Duurzaamheid
2. Bruto / netto primaire productie
3. Voedselconversie
4. Biomassa
- Je kan een piramide van energie verklaren
Slide 2 - Diapositive
Eerst: Voorkennis Quiz!
Slide 3 - Diapositive
Hoeveel voedselketens tel je?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 4 - Quiz
Welke groep hoort bij nummer 1?
A
bacteriën
B
afvaleters
C
planten
D
dieren
Slide 5 - Quiz
Uit hoeveel voedselrelaties bestaat de kortste voedselketen?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 6 - Quiz
Bij het verdwijnen van welke dieren zijn de gevolgen voor andere dieren het grootst?
A
rups en muis
B
koolmees en bonte specht
C
havik en boommarter
D
havik en bonte specht
Slide 7 - Quiz
Welk proces is een assimilatieproces?
A
het maken van aminozuren uit eiwitten
B
het maken van koolstofdioxide uit koolhydraten
C
het maken van zetmeel uit glucose
D
het maken van glucose uit glycogeen
Slide 8 - Quiz
Welk(e) element(en) bevatten alle organische stoffen?
A
C
B
C en H
C
C, H en O
D
C en O
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Carte mentale
Wat is het verschil tussen de bruto en de nettoproductie van een plant?
Slide 11 - Question ouverte
BPP en NPP
Alle producenten in een ecosysteem:
Bruto primaire productie (BPP): De totale hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen (bijv. glucose).
Netto primaire productie (NPP): De hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen minus de energie die ze zelf gebruiken (via dissimilatie) voor levensprocessen. BPP – dissimilatie = NPP
Voedselconversie: Het omzetten van organische stoffen van het ene organisme naar het andere
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Waardoor verdwijnt er energie bij elke stap omhoog in een voedselketen?
A
Niet alle organismen worden gegeten
B
Niet alle organische stoffen zijn verteerbaar
C
Organismen verbruiken energie (dissimilatie)
D
Reducenten verteren dode resten van planten en dieren