H1. Wat zijn massamedia? BBL

• Maatschappijleer
• Middelbare school

Algemene regels: 

- Je houdt je aan de klasse-plattegrond

- Je gaat niet weg tijdens de les 

- Je blijft op je plek zitten

- Geen telefoon op tafel / geen oortjes in

- Na een waarschuwing (laatste kans) volgt een time-out

- Heeft er al iemand een time-out? Dan moet je je direct melden    in lokaal 100 en nablijven

Tijdens klassikale uitleg: 

- Ben je stil!   

- Steek je je vinger op als je iets wilt vragen of wilt reageren  

- Wacht je totdat de docent zegt dat je mag praten  

- Heb je een actieve luisterhouding 

- Blijf je zitten op je plek

Massamedia

Wat leer je bij Massamedia?

• Communicatie
• Medium / massamedia
• Reclame 
• Invloed

Afsluiting: - 3 x toets!

                       - Handelingsopdracht

H1: Wat zijn massamedia? 

Communicatie

en 

Massamedia

Communicatie:

Het doorgeven van informatie.

Zender --->Boodschap--->Ontvanger

Welke soorten communicatie heb je? 

1. Direct/Indirect

2. Eenzijdige en meerzijdig

3. Verbaal en non-verbaal

1. Directe communicatie

        

           Face-to-face: je praat 

           rechtstreeks tot de 

ander

Indirecte communicatie

        

           Je communiceert via een middel

(mobiel/pc/tv)

Dit middel = 

een medium 

Soms kun je iets terugzeggen maar niet altijd! 

Medium:

Een middel om informatie te versturen.

2. Eenzijdige en meerzijdige communicatie

Eenzijdig: eenrichtingsverkeer (je kunt niets terugzeggen: tijdschrift/tv/krant) 

Meerzijdig: je bent zender en ontvanger. 

(praten/whatsapp/telefoon)

Eenzijdige communicatie

Meerzijdige communicatie

Boek

Netflix

Ex on the beach

Youtube

Gesprek

Snapchat

Whatsapp

3. Verbaal/non-verbaal

Verbale communicatie = gesproken en geschreven woord

Non-verbale communicatie = met gebaren/geluiden/geur etc.

1. Maak de zin af.

Communicatie:

1. vindt alleen plaats als je met iemand praat.
2. B is altijd tweezijdig.
3. is het doorgeven en ontvangen van informatie.
4. is een ander woord voor massamedia.

3. Jacobien leest een mooi boek van Carrie Slee uit de bibliotheek. Wie of wat is het medium in deze situatie?

1. Jacobien.
2. Het boek.
3. Carrie Slee.
4. De bibliotheek.

4. Welke twee voorbeelden horen bij het begrip non-verbale communicatie?

1. Gebarentaal en symbolen.
2. Twitteren en verkeersborden.
3. Foto’s en krantenadvertenties.
4. Vloeken en schilderijen.

5. Wat is een voorbeeld van tweezijdige communicatie?

1. Een e-mail.
2. Een telefoongesprek.
3. Een boek.
4. Een toespraak door de koning.

Wat is de belangrijkste massamedium in de wereld?

1. TV
2. RADIO
3. Krant
4. Internet

Tijdens zelfstandig werken: 

- Praat je zacht

- Mag je alleen of samenwerken met degene naast je

- Blijf je zitten op je plek

- Vraag? Steek je vinger op: docent komt langs

- Klaar? Laat je werkboek zien aan de docent

Zelfstandig maken: 

1. Opdracht 5 t/m 9

(blz. 8 en 9)

Volgende les: Massa-communicatie