H.4 Feiten, meningen en argumenten

Welkom a2a!

leesboek
lesboek (blz. 108)
schrift
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom a2a!

leesboek
lesboek (blz. 108)
schrift

Slide 1 - Diapositive

laptop, leesboek, lesboek(blz. 102) en schrift

Slide 2 - Diapositive

Doel
Ik kan (in een tekst) benoemen:

- feit
- mening
- argument 


Slide 3 - Diapositive

een feit:

Slide 4 - Carte mentale

een mening:

Slide 5 - Carte mentale

een argument:

Slide 6 - Carte mentale

Het is 30 graden.
Feit of mening?
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Het is warm.
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

FEIT

--> waar of niet waar

--> controleerbaar/meetbaar

--> objectief




Voorbeeld 

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door bijvoorbeeld artikelen te lezen op de website van het Nibud.

Slide 10 - Diapositive

MENING (STANDPUNT)

--> wat je vindt

--> voor iedereen verschillend

--> subjectief


Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 11 - Diapositive

ARGUMENT

--> Het waarom van je mening

--> Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers




Voorbeeld:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 12 - Diapositive

Samengevat
Feiten: meetbaar

Meningen: wat je vindt

Argument: het waarom van je mening

Slide 13 - Diapositive

Nakijken: Opdracht 1 t/m 4(blz. 108)
Maken: Opdracht 5 en 6(blz. 112)

Slide 14 - Diapositive

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quiz

Feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quiz

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een heel mooi boek is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quiz

Feit, mening of argument?

Ik word namelijk gesteund door de UvA.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz

Feit, mening of argument?

Volgens mij zijn de meeste mensen erg bang.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quiz

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 20 - Quiz

Feit, mening of argument?

Want geur geeft sommige deodorants net iets extra's.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 21 - Quiz

Feit, mening of argument?

Een door irritatie beschadigde huid kan leiden tot eczeem.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 22 - Quiz

Feit, mening of argument?

Volgens mij hebben sommige mensen liever eczeem dan dat ze zogenaamd stinken.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 23 - Quiz

Feit, mening of argument?

Onze docent roept: "Jullie kunnen veel harder werken!"
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 24 - Quiz

Waarom kan de vorige vraag discussie opleveren?

Slide 25 - Question ouverte

Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten en meningen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Ik kan argumenten herkennen in een tekst.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage