H14 Het oog par. 3 en 4

Het oog 
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het oog 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

14.3 en 14.4 oog

Slide 3 - Diapositive

In tegenstelling van wat vaak wordt gedacht komt een stier niet af op een rode lap, maar juist op de beweging van de lap. Stieren (en koeien) zijn namelijk kleurenblind. Hoe kun je dat aan het oog zien?
A
Het oog heeft geen gele vlek.
B
Het oog heeft alleen maar staafjes.
C
D
Het oog heeft geen blinde vlek.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Hoe heet de vlek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Gele vlek
B
Zwarte vlek
C
Blinde vlek
D
Onzichtbare vlek

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van de gele vlek?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Lens

accomoderen


zorgt ervoor dat er een scherp beeld op het netvlies valt

Slide 9 - Diapositive

kringspier
aangespannen
geen trekkracht meer aan de lensbandjes -> lens wordt bol

kringspier ontspannen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Ad leest zijn boek zonder bril en als hij aan het autorijden is moet hij een bril op.
Welke oogafwijking heeft Ad en welke bril heeft hij op bij het autorijden?
A
Bijziend en + bril
B
Bijziend en - bril
C
Verziend en + bril
D
Verziend en - bril

Slide 12 - Quiz

Oudere mensen kunnen vaak alleen wanneer ze de krant met gestrekte armen voor zich houden, deze zonder bril lezen.

Welke van de genoemde veranderingen kan daarvan de oorzaak zijn?
A
het troebel worden van het hoornvlies
B
het troebel worden van de lens
C
het verminderen van de elasticiteit van de lens
D
het groter worden van de afstand tussen netvlies en lens

Slide 13 - Quiz

Waarlangs gaat het licht voordat je iets ziet?
A
Hoornvlies, pupil, glasachtiglichaam, netvlies
B
Hoornvlies, lens, glasachtiglichaam, vaatvlies
C
Hoornvlies, pupil, lens, glasachtiglichaam, netvlies
D
Lens, pupil, glasachtiglichaam, gele vlek

Slide 14 - Quiz

In het netvlies van een oog van een inktvis liggen de zintuigcellaag en de zenuwcellaag, vergeleken met de ligging in het netvlies van een menselijk ook, in omgekeerde volgorde. Wat zal als gevolg hiervan bij een inktvisoog ontbreken?
A
de blinde vlek
B
de gele vlek
C
het vaatvlies
D
de pigmentlaag

Slide 15 - Quiz

Welke van de volgende beweringen over de oogvliezen is juist?
A
het harde oogvlies gaat aan de voorkant van het oog over in het regenboogvlies
B
het hoornvlies is de doorzichtige voorzijde van het harde oogvlies
C
de iris is het gekleurde deel van het netvlies
D
de pupil is een opening in het hoornvlies

Slide 16 - Quiz

Iemand is schorsblind als
A
het netvlies van het oog zo ernstig beschadigd is dat het geen lichtprikkels meer kan opvangen
B
de oogzenuwen door een ongeval niet meer functioneren, hoewel er aan de ogen zelf niets mankeert
C
het hoornvlies troebel is geworden
D
het primaire gezichtscentrum van de hersenen is uitgeschakeld

Slide 17 - Quiz

Het oog 

Slide 18 - Diapositive

Deel 2: anatomie en fysiologie van het oog: het netvlies (L. retina)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Wat is het verschil?

Slide 21 - Diapositive

netvlies: licht wordt omgezet in een zenuwimpuls
Doordat staafjes in groepen geschakeld zijn op een afvoerende sensorische zenuwcel telt de informatie over de hoeveelheid licht als het ware op. Daardoor kun je bij weinig licht toch zien met je staafjes.
staafjes
- lage drempelwaarde (schemer)
- zwart/wit
-onscherp beeld

kegeltjes
- hoge drempelwaarde
- kleur zien
- scherp beeld
- gele vlek

Slide 22 - Diapositive

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies
waar 
liggen 
de 
staafjes?

Waar 
liggen 
de 
kegeltjes?

Slide 23 - Diapositive

niet door licht geprikkelde staafjes en kegeltjes geven een constante  stroom neurotransmitter af -> constante impuls frequentie
pigment in de staafjes en kegeltjes valt door belichting uit elkaar en zorgt ervoor dat er even geen neurotransmitter wordt afgeven.
staafjes
- rodopsine




kegeltjes
- fotopsine
Bij een hoge lichtintensiteit valt al het rodopsine uiteen en duurt het enige tijd voordat er weer voldoende rodopsine is teruggevormd. Mensen die problemen hebben met het terugvormen van hun rodopsine, zijn nachtblind.

Slide 24 - Diapositive

 3 soorten kegeltjes
rood licht
groen licht
blauw licht

Slide 25 - Diapositive

kegeltjes
: scherper beeld
1 kegeltje per bipolaire cel

staafjes: minder scherp
meerdere staafjes per bipolaire cel

ganglion cellen
bipolaire cellen
glasachtig lichaam
naar de oogzenuw

receptief veld

Slide 26 - Diapositive

receptief veld
een groep zintuigcellen in het netvlies die geschakeld zijn op 1 ganglioncel

Slide 27 - Diapositive

van welke kant komt het licht?

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Opdracht: Het zien van onjuiste beelden met je hersenen komt door verschillende oorzaken. Verklaar onderstaande 4 verschijnselen met processen die plaatsvinden in zintuigcellen netvlies, zenuwcellen netvlies, hersenen:

  • mensen zien onjuiste kleuren,
  • je ziet een donkere vlek nadat je in de zon hebt gekeken
  • gezichtsbedrog,
  • je ziet onscherpe beelden van de zijkanten van je netvlies.
















timer
5:00

Slide 39 - Diapositive

onjuiste kleuren zien
Onjuiste kleuren zien komt door het aanwezig zijn van minder typen werkzame kegeltjes, dus door processen in de zintuigcellen in het netvlies.



Slide 40 - Diapositive

Donkere vlek na kijken in de zon
Door in de zon te kijken zijn de fotoreceptoren op de plek waar het beeld van de zon terechtkwam, te sterk geprikkeld. Door adaptatie hebben ze tijdelijk een hogere prikkeldrempel gekregen. Dit is een proces in de zintuigcellen.

Slide 41 - Diapositive

Gezichtsbedrog
Gezichtsbedrog komt vaak doordat hersenen de binnenkomende informatie fout interpreteren.

Slide 42 - Diapositive

Onscherpe beelden zijkanten netvlies
Onscherpe beelden zien van de zijkanten van het netvlies komt doordat de dichtheid van de staafjes kleiner is dan van de kegeltjes en doordat de staafjes in grote groepen geschakeld zijn. Het onscherpe zien is dus een gevolg van aantallen staafjes en de schakeling met de zenuwcellen in het netvlies.

Slide 43 - Diapositive

chiasma
chiasma opticum

oogzenuwen "kruisen" en een deel van de zenuwen gaat naar de andere hersenhelft

afstand en diepte zien
Waardoor zien wij diepte en afstand?

Slide 44 - Diapositive

Huiswerk
Lees paragraaf 14.3 en 14.4
maak de volgende vragen:

14.3: 1 tm 5
14.4: 1 tm 6

Slide 45 - Diapositive

oogziektes
Staar en glaucoom

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Vidéo

Staar
Er zijn 3 verschillende vormen van staar: staar die is aangeboren, ouderdomsstaar en staar door ziekte of trauma. Ouderdomsstaar komt het vaakst voor. Zo’n 3% van de mensen in de leeftijdsgroep van 55 tot 65 jaar heeft staar. Dit percentage groeit naar 20% onder 85-jarigen.

Slide 48 - Diapositive

oorzaken van staar
Als we ouder worden, kunnen eiwitten in de lens samenklonteren (grijze staar). Daardoor wordt de lens troebel. Dit is de aanstichter van ouderdomsstaar. Maar er zijn ook erfelijke factoren. Staar is dan aangeboren en kan op jonge leeftijd al klachten geven. Erfelijke staar is dus vaak aangeboren, maar aangeboren staar hoeft niet erfelijk te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook tijdens de zwangerschap ontstaan.
Een inwendige oogontsteking kan ook de reden zijn dat iemand staar heeft. Daarnaast komt het voor bij mensen met diabetes, maar ook bij mensen die drinken, roken, ongezond eten of te veel zonlicht zien. Ook kan het het gevolg zijn van bepaalde medicijnen, denk aan ontstekingsremmers. Een ongeluk waarbij het oog beschadiging oploopt, kan ook een oorzaak zijn, en als laatste is het geslacht een belangrijke factor: vrouwen hebben meer kans op staar dan mannen.

Slide 49 - Diapositive

groene staar of glaucoom
Bij groene staar gaat het om glaucoom en dit is een heel ander verhaal. Glaucoom is eigenlijk een verzamelnaam van allerlei afwijkende omstandigheden in het oog, die leiden tot beschadiging of afsterven van de oogzenuw, met vernauwing van het blikveld tot gevolg. De belangrijkste oorzaak van glaucoom is de slechte doorbloeding van de oogzenuw.

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Vidéo