M1B Thuisschool Grammar Think Present Simple questions woensdag 10 juni 2020

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Even terug naar de vorige les

Wat hebben we geleerd? 

Present Simple (negative) 

hoe maken we die?  

weten jullie ze nog? 

Present Simple (negative)

Normale zin in de Present Simple:

- I play computer games on Saturdays

Dezelfde zin maar dan in de negatieve vorm:

- I don't play computer games on Saturdays

Present Simple (negative) 

Maar hoe zit dat dan met he, she en it? 

Normale zin in de Present Simple:

- She plays the piano on Sundays

Dezelfde zin maar dan in de negatieve vorm:

- She doesn't play the piano on Sundays

Let op: Als je doesn't gebruikt vervalt de 's' achter het ww

Samengevat

Vragen over het huiswerk??

Student's book blz 51 oef 1

1. We don't watch TV together in our house => B 

2. It's free => A 

3. When Mum calls me for dinner => C 

Student's book blz 51 Rule

RULE: We use don't and doesn't before/ after the verb to make negative sentences. 

I/you/we/they + ....don'.t................+ base form

he/she/it + .....doesn't .....................+ base form

NOT don't / doesn't + present simple form

e.g. He doesn't likes music

Student's book blz 51 oef 2

1. The lesson doesn't finish at two o'clock.

2. My brother doesn't help me with my homework. 

3. We don't go swimming on Sundays.

4. They don't watch a lot of TV.

5. My aunt doesn't live in Quito. 

Let op: Bij he, she en it vervalt dus de 's' bij het werkwoord als je doesn't gebruikt (zin 1, 2, 5) 

Student's book blz 51 oef 3

1. play - don't play

2. doesn't do - does 

3. go - don't like

4. doesn't hang out - goes 

5. listen - doesn't like 

Workbook blz 47 oef 7

1. don't go

2. don't listen (let op: meervoud!!)

3. doesn't make

4. don't play

5. doesn't start

6. doesn't like

7. don't live 

Workbook blz 47 oef 8

1. + E (I go to them on Saturdays)

2. + G (But they watch a lot of TV)

3. + F (He makes trains)

4. + C (We play them on the computer)

5. + B (But the gates open at that time) 

6. + D (She's quite shy) 

7.+ A (It's really big)  

Pak je schrift erbij voor een aantekening 

Present Simple (questions)

Normale zin in de Present Simple:

- We go to school on Mondays

Dezelfde zin maar dan in de vragende vorm: 

- Do we go to school on Mondays?

Present Simple (questions) 

Maar hoe zit dat dan met he, she en it? 

Normale zin in de Present Simple:

- She plays the piano on Sundays

Dezelfde zin maar dan in de vragende vorm:

- Does she play the piano on Sundays?

Let op: Als je does gebruikt vervalt de 's' achter het ww

Hier komt nog een uitlegfilmpje. Let goed op! 

Maak nu de volgende oefeningen voor morgen (donderdag 11 juni): 

Student's book: 

blz 52 oefening 1, 2 en 3( Grammar: Present Simple questions) 

Workbook: 

blz 47 oefening 9 en 10 

Ik zet zo het huiswerk ook in SOM