M1B Thuisschool Think workbook laatste oef en worksheets donderdag 18 juni 2020

Even terug naar de vorige lessen
Wat hebben we geleerd? 
Present Simple (negative)   
hoe maken we die ? 
Present Simple (questions) 
hoe maken we die?  
Adverbs of Frequency (bijwoorden van bepaalde tijd) 
weten jullie ze nog?

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Even terug naar de vorige lessen
Wat hebben we geleerd? 
Present Simple (negative)   
hoe maken we die ? 
Present Simple (questions) 
hoe maken we die?  
Adverbs of Frequency (bijwoorden van bepaalde tijd) 
weten jullie ze nog?

Slide 1 - Diapositive

Present Simple (negative)
Normale zin in de Present Simple:
- I play computer games on Saturdays

Dezelfde zin maar dan in de negatieve vorm:
- I don't play computer games on Saturdays

Slide 2 - Diapositive

Present Simple (negative) 
Maar hoe zit dat dan met he, she en it? 
Normale zin in de Present Simple:
- She plays the piano on Sundays

Dezelfde zin maar dan in de negatieve vorm:
- She doesn't play the piano on Sundays
Let op: Als je doesn't gebruikt vervalt de 's' achter het ww

Slide 3 - Diapositive

Present Simple (questions)
Normale zin in de Present Simple:
- We go to school on Mondays

Dezelfde zin maar dan in de vragende vorm: 
- Do we go to school on Mondays?

Slide 4 - Diapositive

Present Simple (questions) 
Maar hoe zit dat dan met he, she en it? 
Normale zin in de Present Simple:
- She plays the piano on Sundays

Dezelfde zin maar dan in de vragende vorm:
- Does she play the piano on Sundays?
Let op: Als je does gebruikt vervalt de 's' achter het ww

Slide 5 - Diapositive

Adverbs of frequency
Welke bijwoorden van tijd moet je weten in deze unit?
never = nooit
sometimes = soms
often = vaak
always = altijd

Slide 6 - Diapositive

Hoe gebruik je deze woorden in een zin?
Bijwoorden van tijd komen op de volgende plekken:
In een zin met:
één werkwoord: voor het werkwoord
- I often go to school by bike.
- Daisy never walks to the store.

Slide 7 - Diapositive

Uitzondering: het werkwoord 'to be' 
In een zin met een vorm van to be, komt het bijwoord altijd na de vorm van to be:
He is never going to school by bike.
Anne and Peter are often late.
I am always here by 8 o'clock.

Slide 8 - Diapositive

Maar hoe zit het dan als je twee werkwoorden in een zin hebt?
Na het eerste werkwoord:

Barbara has never seen an elephant.
They will always go to the zoo.

Slide 9 - Diapositive

Vragen over het huiswerk??

Slide 10 - Diapositive

Workbook blz 52 oefening 1
1. I've got an idea => A 
2. Ana, do you want to be in the school tennis team? => B
3. I don't want to play football => C 

Slide 11 - Diapositive

Workbook blz 52 oefening 2
I don't want to play football
Oh, come on. We really need you

What's wrong?
I feel a bit ill

Slide 12 - Diapositive

Workbook blz 53 oefening 1
1. On Tuesday she goes dancing
2. On Wednesday she hangs out with friends (she meets friends)
3. On Thursday she plays computer games
4. On Friday she does her homework
5. On Saturday she listens to music
6. On Sunday she sleeps

Slide 13 - Diapositive

Workbook blz 53 oefening 2


The message:

For my birthday I want a smartphone games console. I don't want a tablet. I've got one.

Slide 14 - Diapositive

Vragen of opmerkingen nav het huiswerk?

Slide 15 - Diapositive

Maak het volgende voor maandag 22 juni: 
Via de ELO (berichten) heb ik jullie worksheets gestuurd van unit 5. Dit zijn worksheets die we ook vaak in de klas maakten als voorbereiding op de toets. Ik stuur ze jullie om te maken voor maandag. Woensdag doen we dan nog een laatste les met vragen over de toets voor donderdag. Good luck! 

Slide 16 - Diapositive