Afmaken H1.2 en start 1.3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom H4!

Les 6 boekje marktvormen en marktfalen

Afmaken 1.2 en start 1.3

Planning van vandaag

1. Start les 

2. Afmaken 1.2

3. Start 1.3

4. Zelf aan de slag

Marktvormen en marktfalen

H1: Marktvormen

1.1. Een perfecte markt

1.2. De enige aanbieder

1.3. Je onderscheiden van de concurrent

1.4 Veel verschillende concurrenten

(H2: Marktfalen)

1.2 De enige aanbieder

1. Je weet wat een monopolie is en wat de kenmerken van een monopolie zijn.

2. Je kunt voor een monopolist de maximale winst, maximale omzet en het break-evenpunt bepalen.

3. Je kunt voor een monopolist uitleggen hoe de opbrengstenlijn verloopt en je kunt de prijs bepalen bij maximale winst.

4. Je kunt uitleggen hoe een monopolist prijsdiscriminatie kan inzetten om het consumentensurplus af te romen.

Afsluiten 1.2

(Maak) opdracht 25 (nogmaals +) nakijken

1.2 De enige aanbieder

1. Je weet wat een monopolie is en wat de kenmerken van een monopolie zijn.

2. Je kunt voor een monopolist de maximale winst, maximale omzet en het break-evenpunt bepalen.

3. Je kunt voor een monopolist uitleggen hoe de opbrengstenlijn verloopt en je kunt de prijs bepalen bij maximale winst.

4. Je kunt uitleggen hoe een monopolist prijsdiscriminatie kan inzetten om het consumentensurplus af te romen.

Marktvormen en marktfalen

H1: Marktvormen

1.1. Een perfecte markt

1.2. De enige aanbieder

1.3. Je onderscheiden van de concurrent

1.4 Veel verschillende concurrenten

(H2: Marktfalen)

1.3 Je onderscheiden van de concurrent

1. Je kunt de prijsafzetlijn van de verschillende marktvormen uitleggen.

2. Je kunt uitleggen wat een kartel is en wat voor wetgeving hiervoor bestaat.

3. Je kunt kenmerken noemen van een oligopolie en uitleggen hoe bedrijven op deze markt concurreren.

1.3 Je onderscheiden van de concurrent

Kartel vorming 

Aan de slag!

• Wat: Opdr paragraaf 1.3: 31, 32, (33), 34, (35), 36, 37 SKIP 30, 38

• Met wie: Klassikaal of alleen in stilte

• Doel: Behalen van de leerdoelen van paragraaf 1.1