Les 30 - May 18th 2021 - chapter 5 - past simple and talking about environmental issues

Welcome HV1B :)
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welcome HV1B :)

Slide 1 - Diapositive

Goals:
At the end of this lesson you will know how to talk about improving the environment
You will understand the past simple even better

Slide 2 - Diapositive

Choose a picture from exercise 49 and write about what you can do for the environment. Use the stone and theme words.

Slide 3 - Question ouverte

Watching skills
Watch the following video.
You will see  childeren from different parts of the world, trying to make a difference and improve our life on earth..
In key words: write down their names and their ideas

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

After watching the video
choose one of these children and answer the following questions:
1. why did you choose him/her?
2. can you use his/her idea to make a difference in your country?how?
3.What do you do to improve the life on earth? mention two ideas ( you can use stone 15)

Slide 6 - Diapositive

I can talk about environmental issues.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

Welke tijd is de
Past Simple?

Slide 8 - Carte mentale

Je gebruikt de Past Simple als ...
A
...iets in het verleden aan de gang was
B
...iets is gebeurd en/of afgerond is
C
...iets op dit moment gebeurt
D
...iets is begonnen en je er nog last van hebt

Slide 9 - Quiz


I was

You were

He she it  was

We were

You were

They were

Slide 10 - Diapositive

Welke werkwoorden staan in de past simple?

Slide 11 - Diapositive

Onregelmatig:
De verleden tijd (past simple) van:
run (rennen)
A
runned
B
ran
C
run
D
runed

Slide 12 - Quiz

Onregelmatig:
De verleden tijd (past simple) van:
swim (zwemmen)
A
swimmed
B
swimed
C
swam
D
swum

Slide 13 - Quiz

Onregelmatig:
De verleden tijd (past simple) van:
go (gaan)
A
goed
B
goes
C
went
D
gone

Slide 14 - Quiz

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
work (werken)
A
works
B
worked
C
workt
D
work

Slide 15 - Quiz

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
study (leren, studeren)
A
studied
B
study
C
studies
D
studyed

Slide 16 - Quiz

Spellingsregel

Wanneer een werkwoord op een -y eindigt --> ied
Maar niet als er een klinker voor staat!!
A E I O U
study - studied
copy - copied
hurry - hurried
stay - stayed
play - played
obey - obeyed

Slide 17 - Diapositive

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
stop (stoppen)
A
stoped
B
stopped
C
stop
D
stooped

Slide 18 - Quiz

Spellingsregel
De laatste medeklinker van het werkwoord wordt verdubbeld als er één klinker (a,e,i,o,u) voor staat.
Om de korte klank te handhaven - net als in het Nederlands

stop - stopped
grab - grabbed
drag - dragged

Slide 19 - Diapositive

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
live (leven of wonen)
A
liveed
B
lived
C
lieved
D
lifed

Slide 20 - Quiz

Spellingsregel

als het werkwoord al op een -e eindigd, hoef je er niet nog een keer -ed achter te zetten, maar alleen een -d
live - lived
imagine - imagined
love - loved

Slide 21 - Diapositive

Regelmatig:
De verleden tijd (past simple) van
pronounce (uitspreken)
A
pronounced
B
pronounsed
C
pronounces
D
pronunced

Slide 22 - Quiz

I understand how the past simple works:
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Questions about our test? If you haven't got any questions, share a nice message with our class

Slide 24 - Question ouverte

Homework
Study for our test

Slide 25 - Diapositive