Natuur 6: les 4 Water

Natuur 6
les 4: Water
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundePraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Natuur 6
les 4: Water

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij al over water?

Slide 2 - Question ouverte

Aan het einde van de les
- weet je dat het water op aarde is verdeeld over zout en en zoet     water.
- weet je dat water in 3 soorten voorkomt.
- kun je een korte waterkringloop beschrijven.

Slide 3 - Diapositive

De kleur lichtblauw geeft water aan.
Zeewater is zout
al het andere water is zoet (rivieren, vijvers, kanalen, sloten, meren...)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uit hoeveel procent water bestaat de aarde?
A
100%
B
25%
C
70%
D
Er is helemaal geen water op de aarde.

Slide 6 - Quiz

Water bestaat in 3 vormen:
                                                        als:

- vloeistof, water in de zee, in een fles, in een rivier, vijver....
- waterdamp; water is verdampt door warmte
- vaste stof; ijs, water is bevroren.


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De waterkringloop.
Waar komt het water van regen terecht?
A
Regenwater uit wolken komt in de grond of in water en stroomt terug naar de zee.
B
Regenwater verdampt meteen in de lucht.
C
Regenwater bevriest in de lucht en wordt ijs.
D
Regenwater komt in onze kranen.

Slide 10 - Quiz

De waterkringloop

1.  Water uit de zee verdampt. (waterdamp)
2. Waterdamp maakt wolken.
3. Uit de wolken valt regen.
4. De regen valt in rivieren.
5. Rivieren stromen weer naar de zee toe.

Slide 11 - Diapositive

doen!
De tekst en vragen op bladzijde 8 en 9 uit je boek.
We maken ze samen.

Slide 12 - Diapositive

Wat moet je onthouden?


Slide 13 - Diapositive

Welke 2 soorten water zijn er?
hint: denk aan de zee en een rivier...

Slide 14 - Question ouverte

Hoe heet de weg die water uit de zee steeds maakt in de natuur?

Slide 15 - Question ouverte

Welke vorm heeft water dat je kunt drinken of waar je in kunt zwemmen?
A
ijs
B
vloeistof
C
damp
D
huh?

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je water dat is bevroren?
A
damp
B
vloeistof
C
ijs
D
koud

Slide 17 - Quiz

Waarom is zeewater zout?
A
Zeewater is niet zout.
B
mensen gooien zout in de zee.
C
Dat weet ik niet.
D
In de bodem van de zee zit zout en zout kan niet verdampen.

Slide 18 - Quiz

vraag 7 uit je boek.

Slide 19 - Diapositive

Dieren die in zout water leven:
(in de zee dus)

 - walvis
- zeehond
- oester
- haring
- haai
- tonijn


Dieren die in zoet water leven:
(niet in de zee)
- snoek
- kikker
- goudvis
- salamander
- nijlpaard
- alligator (krokodil)

Slide 20 - Diapositive