H4 P2+P3 Waterkringloop + Rivieren Guido versie

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H4 P2+P3 Waterkringloop + Rivieren

Slide 2 - Diapositive

Planning
- Wat te verwachten periode 4 + 5
- Leerdoelen
- Uitleg de waterkringloop (H4.2)
- tekenen van de waterkringloop. 
- Uitleg rivieren (H4.3)
- Maken van de opdrachten.  

Slide 3 - Diapositive

Periode 4 + 5
Periode 4:
SO over H4 P2,3,4 (in week 19, na de meivakantie)

Periode 5:
Vakantiebeurs (PO) (alle stof die je dit jaar hebt geleerd wordt gecombineerd)

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet hoe het water op aarde is verdeeld over zout water en zoet water. 
Je kunt de korte waterkringloop beschrijven. 
Je kunt de lange waterkringloop beschrijven. 
Je weet waarom zeewater zout is. 
Je weet waar een stroomgebied begint en eindigt. 
Je kent de verschillen tussen de bovenloop-, midden- en benedenloop. 
Je weet welke invloed de stroomsnelheid heeft op het materiaal dat wordt afgezet.

Slide 5 - Diapositive

H4 Par 2 De waterkringloop. 

Slide 6 - Diapositive

Wat voor water is er?
  • Veel water op aarde

  • Zoet water

  • Zout water
> ongeschikt om te drinken


Slide 7 - Diapositive

Landijs
Antartica
Gletsjers

Slide 8 - Diapositive

Water, waar?
- Grondwater
> stroomt langzaam
> is vernieuwbaar

- Oppervlakte water
> Zeewater
> rivierwater 
> Meren/plassen/vijvers/sloten. 

Slide 9 - Diapositive

Hoe ontstaat regen?

Slide 10 - Question ouverte

Regen
  1. Water verdampt door de hitte van de zon
  2. Warme lucht stijgt op en koelt af
  3. De waterdamp condenseert tot kleine waterdruppeltjes
  4. Druppels voegen zich samen om grotere druppels te vormen en vallen uit de lucht

Slide 11 - Diapositive

Dus het is allemaal de schuld van de Zon

Slide 12 - Diapositive

Meneer Zon haat water
Ik haat jou!!! *WHAAA*
Aahhhh het brandt

Slide 13 - Diapositive

Het water verdampt
Nailed it!

Slide 14 - Diapositive

De waterdamp condenseert en daarna gaat het regenen. 

Slide 15 - Diapositive

We noemen dit de korte waterkringloop

Slide 16 - Diapositive

Zout in de zee?
Waarom?

Slide 17 - Diapositive

Zout in de zee
1. In gesteentes zitten zouten.
2. Beken en rivieren die naar de zee stromen nemen gesteentes mee en de zouten komen in het rivier water. (Rivierwater is dus eigenlijk helemaal niet echt zoet, er zit alleen te weinig zout in om dit te proeven, daarom blijven we het zoet water noemen).
3. Alle rivieren die in de zeeën en oceanen uitmonden, nemen zout mee. 
4. Als het water de zee/oceaan verdampt, blijft het zout achter in de zee/oceaan.
5. Het verdampte water kan weer als neerslag op het land vallen en nieuwe deeltjes zout meevoeren.  



Slide 18 - Diapositive

Nu gaan we zelf de lange waterkringloop tekenen. 

Inclusief evapotranspiratie, infiltratie en een gletsjer.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive


Schrijf dit over in je schrift: 
Evapotranspiratie = Verdamping van water uit oppervlaktewater, bomen, planten en de bodem.

Slide 21 - Diapositive


Schrijf dit over in je schrift: 
Infiltratie = Water zakt in de bodem en komt in het grondwater terecht.

Slide 22 - Diapositive


Schrijf dit over in je schrift: 
Gletsjer = IJsmassa die langzaam uit een gebergte naar beneden schuift.

Slide 23 - Diapositive

Maak opdrachten
Par 2 opdracht 1t/m 9

Slide 24 - Diapositive

P3 Rivieren

Slide 25 - Diapositive

Bron en monding
Elke rivier heeft een bron en een monding. 
Bron = Begin van een rivier (vaak hoof in de bergen)
Monding = Plek waar de rivier de zee instroomt. 

Slide 26 - Diapositive

Bovenloop: groot verval en verhang, hoge stroomsnelheid, transport van alle sedimenten (van klein tot heel groot), daardoor vooral erosie. Voor de Rijn: bovenloop wordt gevoed door smeltwater.
Middenloop: minder reliëf, afnemende stroomsnelheid, evenwicht tussen erosie en sedimentatie, grof zand en grind. Verval en verhang nemen af.
Benedenloop: weinig reliëf, sedimentatie, erosie in de breedte, fijn zand en klei, lage stroomsnelheid. Laag verval en verhang.
Delta: stroomsnelheid zo goed als 0, sedimentatie van het fijnste materiaal

Slide 27 - Diapositive

Bekijk de doorsnede van de rivier. Welke omschrijving hoort waar?
Veel erosie
Beetje erosie
Sedimentatie grote stukken
Sedimentatie kleine stukken

Slide 28 - Question de remorquage

 Verval en verhang

Slide 29 - Diapositive

Verval en verhang

Slide 30 - Diapositive

Was dit een voorbeeld uit de bovenloop of benedenloop van de rivier?
A
Bovenloop
B
Benedenloop

Slide 31 - Quiz

Verval en verhang

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Diapositive

Meander rivier erosie/sedimentatie

Slide 35 - Diapositive

Stroomgebied en waterscheiding. 
Stroomgebied = Het gebied waaruit het water via zijrivieren naar de hoofdrivier stroomt. 

Waterscheiding: de grens tussen twee stroomgebieden. (Gescheiden door een gebergte of een ander hoger gelegen gebied). 

Slide 36 - Diapositive

Stroomgebieden, scheidingen + hoofd en zijrivieren. 

Slide 37 - Diapositive

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Waterscheiding
Stroomstelsel
Stroomgebied

Slide 38 - Question de remorquage

Maak opdrachten. 
Par 3 Opdracht 1 t/m 8

Slide 39 - Diapositive