herhaling onderzoek

Herhaling onderzoek
+ start zintuigen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling onderzoek
+ start zintuigen

Slide 1 - Diapositive

In welke volgorde doe je natuurwetenschappelijk onderzoek?
Onderzoeksvraag
Hypothese
Materiaal
Methode 
Resultaten
Conclusie

Slide 2 - Question de remorquage

Onderzoeksvraag
Hypothese
Methode
Resultaten
Conclusie
Materiaal
Uitkomsten van de proef overzichtelijk weergegeven
De vraag waar je een antwoord op zoekt
Verwacht resultaat
Alles wat je nodig hebt voor het onderzoek
Antwoord op de onderzoeksvraag
Stappenplan 

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is een goede onderzoeksvraag?
A
1
B
2
C
1 & 3
D
3

Slide 4 - Quiz

Waar moet je op letten als je een onderzoeksvraag bedenkt?

Slide 5 - Question ouverte

Onderzoeksvragen
  • Een goede vraag is een onderzoeksvraag, geen opzoekvraag. De vraag is dus niet goed als het antwoord eenvoudigweg is op te zoeken.
  • Een goede vraag bestaat uit één vraag. De vraag is niet goed als die is samengesteld uit meerdere vragen.
  • Een goede vraag is een open vraag. De vraag is niet goed als het antwoord simpelweg ‘ja’ of ‘nee’ is.
  • Een goede vraag is duidelijk geformuleerd. De vraag is niet goed als een ander er vragen bij moet stellen ter verduidelijking.

Slide 6 - Diapositive

Bedenk zelf een onderzoeksvraag.
Denk aan de voorgaande punten.

Slide 7 - Question ouverte

Met welke woorden start je een hypothese?
.. ........... ..

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de invloed van de leeftijd van een kat op hoeveel de kat met een balletjes speelt?
Wat is jouw hypothese?

Slide 9 - Question ouverte

Resultaten:
Soorten diagrammen
Cirkeldiagram

Staafdiagram

Lijndiagram

Tabel

Slide 10 - Question de remorquage

Als ik wil laten zien hoeveel centimeter iemand per jaar groeit, in wat voor diagram kan ik dat dan het beste doen?
A
Staafdiagram
B
Cirkeldiagram
C
Lijndiagram
D
Maakt niet uit

Slide 11 - Quiz

In het bos heb je 20% vogels, 40% bomen en 60 % mos. Welk diagram gebruik je?
A
lijndiagram
B
beelddiagram
C
circkelgram
D
staafdiagram

Slide 12 - Quiz

Waarom is dit diagram fout?
A
De benoeming van de y-as ontbreekt
B
Je mag de staven niet zo benoemen
C
De y-as is niet goed ingedeeld
D
Geen idee

Slide 13 - Quiz

Hoeveel procent van alle
diersoorten bestaat volgens
dit diagram uit soorten
geleedpotigen?
A
Minder dan 75%
B
75%
C
Meer dan 75%

Slide 14 - Quiz

Zintuigen

Slide 15 - Diapositive

Zintuigen

Slide 16 - Carte mentale