Geluid - 9.3/10.3 Hoge en lage Tonen

Geluid - 9.3 & 10.3 Hoge en Lage Tonen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de tas!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Geluid - 9.3 & 10.3 Hoge en Lage Tonen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de tas!

Slide 1 - Diapositive

Oefen examenvragen:
timer
10:00
maken: oefen examenvragen
- Herhaling paragraaf 1 en 2 

tijd: 10 min daarna bespreken en nakijken.

klaar: doorlezen 9.3/10.3 Hoge en lage tonen. 

Slide 2 - Diapositive

Nakijken:

1) D (110 dB --> extreem luid)

2) 30 min (alleen 30 is 0 punten) 


Slide 3 - Diapositive

3) maximumscore 3
De afstand tussen de machinist en het gebouw is 86 meter.
• gebruik van s = vgeluid · t    1 punt
• inzicht dat de berekende afstand (of de tijd waarmee is gerekend) moet worden gehalveerd.     1 punt
• rest van de berekening juist 1 punt 

vgeluid = 343 m/s; t = 0,50 sec; s = ?
s = vgeluid · t  = 343 x 0,50 = 171,5 meter
Het is een echo, dus de afstand naar de gebouw is de helft.
s = 171,5 : 2 = 85,75 = 86 meter


4) B (het geluid gaat sneller en heeft dus minder tijd nodig voor dezelfde afstand)

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel punten heb je gescoord
06

Slide 5 - Sondage

Leerdoelen 9.3/10.3
12. Ik weet wat het verschil is tussen een hoge toon en een lage toon
13. Ik weet wat frequentie is en in welke eenheid dit wordt gemeten
14. Ik kan de frequentie van geluid berekenen KBL
15. Ik kan de trillingstijd van geluid bepalen als de frequentie bekend is. KBL
16. Ik kan uitleggen hoe je de toonhoogte kunt veranderen
17. Ik weet wat het gehoorbereik is.
18. Ik weet wat de onderste en bovenste gehoorgrens van een mens is.
19. Ik weet wat de gehoordrempel is.

Slide 6 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een hoge en een lage toon?

Slide 7 - Question ouverte

FREQUENTIE
Het aantal trillingen in één seconde noemen we frequentie

Hoe lager de frequentie, hoe lager de toon
Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon

De eenheid van frequentie is HERTZ, afkorting Hz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

KBL) Formule frequentie/trillingstijd
T = trillingstijd in seconde (s)
f = frequentie in Hertz (Hz) 

Trillingstijd:      T = 1 / f                             Frequentie:  f = 1 / T            

1 seconde = 1000 milliseconde
1 kHz = 1000 Hz

Slide 13 - Diapositive

KBL) De trillingstijd is 0,013 seconde. Wat is de frequentie? Rond je antwoord af op een rond getal.

Slide 14 - Question ouverte

KBL) Wat is de frequentie van dit geluid?

Slide 15 - Question ouverte

KBL) Een snaar trilt met een frequentie van 770 Hz. Bereken de trillingstijd van de snaar.

Slide 16 - Question ouverte

GEHOOR-BEREIK
De laagste toon die mensen kunnen horen is 20Hz
Dit noemen we de onderste gehoor-grens

De hoogste toon die mensen kunnen horen is 20.000Hz (20 kHz)
Dit noemen we de bovenste gehoor-grens

Als je ouder wordt ga je hoge tonen steeds minder horen, dus je bovenste gehoorgrens wordt dan lager. De onderste gehoorgrens verandert niet veel.




Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Gehoordrempel:

Geeft aan hoe hard geluid moet zijn om te horen


Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
Eerst volgende les

BBL) 9.3 Opgave 1 t/m 6 + 13 t/m 25
KBL) 10.3 Opgave 1 t/m 9 + 11 t/m 24

Slide 20 - Diapositive