Telwoord, BIjwoord en tussenwerpsel

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Telwoord, Bijwoord en tussenwerpsel

Telwoord

Geven een aantal of een plaats in een reeks aan.

Onderscheidt: 

1. Bepaalde hoofdtelwoorden; zoals een, twee, drie 

2. Onbepaalde hoofdtelwoorden; zoals enkele, sommige, verschillende, verscheidene, alle, veel, wat, weinig, genoeg, etc.

3. Bepaalde rangtelwoorden; zoals eerste, tweede, derde

4. Onbepaalde rangtelwoorden; laatste, middelste, zoveelste, 

Voorbeelden van telwoorden

1. Die acht voor Nederlands staat goed. -> Bepaalde hoofdtelwoorden. 

2. Van alle mogelijkheden lijkt de laatste mij heel geschikt. -> onbepaald rangtelwoord. 

 Bijzonderheden

- Bepaalde hoofdtelwoorden: beide(n) behoort hier ook toe. 

- Rangtelwoorden kan je herkennen aan de slotlettergrepen -de -ste 

- Telwoorden kunnen ook als zelfstandignaamwoorden gebruikt worden. 

Welk soort telwoord?
Tijdens de cultuurweb voorstelling zijn er vier leeraren in slaap gevallen.

1. Bepaald hoofdtelwoord
2. Bepaald rangtelwoord
3. Onbepaald hoofdtelwoord
4. Onbepaald rangtelwoord

Welk soort telwoord?
Dit cijfer is mijn zoveelste onvoldoende voor Nederlands.

1. Bepaald hoofdtelwoord
2. Bepaald rangtelwoord
3. Onbepaald hoofdtelwoord
4. Onbepaald rangtelwoord

Bijwoord

Woorden die opzich zelf een bijwoordelijke bepaling kunnen vormen en geen bijvoegelijk naamwoord zijn. 

- Er zijn veel soorten, we behandelen er 5. 

Soorten bijwoorden

1.  Bijwoorden die iets zeggen over een bijvoegelijk naamwoord. 

->Bijvoorbeeld erg handig

2. Bijwoorden die iets zeggen over een ander bijwoord. 

-> Bijvoorbeeld heel hard gevallen

3. Bijwoorden die iets zeggen van een werkwoord. 

-> Bijvoorbeeld schildert mooi

4. Bijwoorden die een plaats of een richting aanduiden of daarnaar vragen.

->Bijvoorbeeld hiernaast staat 

5. Bijwoorden die een tijd aanduiden of er naar vragen.

->Bijvoorbeeld wanneer gaan we 

Welk woord is het bijwoord?
Dat vind ik een heel erg mooie film.

Welk woord is het bijwoord?
Zij heeft gisteren als avond eten pannenkoeken gegeten.

Welk woord is het bijwoord?
Dat is bijzonder vriendelijk van u.

Tussenwerpsel

Woorden die voor, in of achter de zin zijn geplaatst. 

-> Bijvoorbeeld om de aandacht ergens op te vestigen 

-> Een klank na te bootsen

-> Of een gevoel tot uitdrukking te brengen

Voorbeelden 

1. Jij zou dat toch doen hè? 

2.Ach, ik weet het ook niet meer.