Brandstoffen en milieu

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Brandstoffen en milieu

CHEMIE 3HAVO Hoofdstuk 4.2

Leerdoelen

Aan het eind van de les

- weet je welke stoffen in de atmosfeer komen door de verbranding van (fossiele) brandstoffen

-weet je welke milieuproblemen deze veroorzaken

- kun je het verschil uitleggen tussen de trage en snelle C-kringloop

- kun je voorbeelden geven van 1e, 2e en 3e generatie brandstoffen

Hoe ga je te werk?

Van de GELE dia's maak je aantekeningen in je schrift

De overige dia's bevatten opdrachten en informatie die je daarvoor nodig hebt

Luchtverontreiniging

1. Welke stoffen ontstaan bij de verbranding van brandstoffen?

2. Welke gevolgen heeft dat voor de atmosfeer?

Bekijk de volgende dia's en beantwoord deze twee vragen in je schrift (= aantekening)

Welke stof is het meest aanwezig in de lucht?

1. N2
2. O2
3. edelgassen, zoals Ar en He
4. CO2

CO2         

                H2O              SO2

                                NOx

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan de volgende oxiden:

Verbrandingsproducten

De oxiden CO2, H2O en SO2 ontstaan, omdat die atoomsoorten voorkomen in fossiele brandstoffen zoals benzine, diesel en steenkool.

Stikstofoxiden ontstaan omdat de motor van de auto zuurstof uit de lucht gebruikt. In lucht zit veel stikstof, dat dan in de hete motor met de zuurstof reageert.

gevolgen voor de atmosfeer

SO2 en NOx

zwavelzuur

salpeterzuur

ZURE REGEN

lees blz 92

Welke zijn stikstofoxiden?

1. NO(g)
2. NH2(g)
3. C2H4(g)
4. NO2(g)

wat is GEEN gevolg van zure regen?

1. afbrokkelen van gebouwen
2. klimaatverandering
3. vissterfte in oppervlaktewater
4. bomen gaan dood

de katalysator in de uitlaat

om in stikstof (N2) en

zet het schadelijke NOx en CO

koolstofdioxide (CO2)

Door minder hard te rijden, komt er ook minder NOx in de lucht. Daarom mag je rondom grote steden maar 80 of 100 km/h op de snelweg

Om de uitstoot van SO2 te

olieconcerns het element

verminderen, halen de

S uit de brandstof

zure regen

Maak nu een aantekening in je schrift:

- hoe ontstaat zure regen?

- welke stoffen zorgen voor zure regen?

- geef bij elke stof aan op welke manier(en) je de uitstoot kunt verminderen

SMOG

= rook en mist

door NOx(g) + CxHy(g)+fijnstof

ROETDEELTJES

vooral van DIESELS

Roetfilter

In steeds meer grote steden mogen vrachtwagens en oude dieselauto's daarom de binnenstad  niet meer in

Welk milieuprobleem ontstaat door de uitstoot van CO2 bij verbranding van aardolieproducten?

1. gat in de ozonlaag
2. versterkt broeikaseffect
3. broeikaseffect
4. zure regen

bekijk de video over het ontstaan van het versterkt broeikaseffect (volgende dia)

CO2 & (versterkt) broeikaseffect

Maak een aantekening in je schrift waarin je duidelijk uitleg wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect. Gebruik in je uitleg de begrippen "trage koolstofkringloop" en "snelle koolstofkringloop"

Welke ‘duurzame brandstoffen’ worden genoemd in paragraaf 4.2?

Biobrandstoffen

bekijk de volgende video om te ontdekken wat het verschil is tussen eerste, tweede en derde generatie biobrandstoffen

Maak een aantekening:

• 1e genetratie biobrandstoffen: uit biomassa van voedselgewassen (suikkerriet, maïs, tarwe,...)

MAAR: voedsel is om te eten, niet voor je auto!!

• 2e generatie biobrandstoffen: uit biologische afval (GFT)
• 3e generatie brandstoffen: uit algen en zeewier specifiek gekweekt hiervoor

Maak opdrachten 17 tm 26

Dit is huiswerk voor 2 weken (2 april geen les)

repetitie over hoofdstuk 4.1, 4.2 en 4.4 is op dinsdag 16 april (dit kan helaas niet anders)

H4.3 wordt niet getoetst!