Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3HAVO CHEMIE les 4
4.2 Brandstoffen en milieu
Slide 1 - Diapositive
deze les
uitleg
filmpjes
opdrachten in LessonUp
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Na afloop van deze les kun je uitleggen:
welke reactie plaatsvindt bij de fotosynthese
het verschil tussen snelle en langzame C-kringloop
het verschil tussen fossiele brandstoffen en tussen 1e, 2e en 3e generatie biobrandstoffen
hoe milieubelastend een (bio)brandstof is
Slide 3 - Diapositive
neem deze reactie
over in je schrift
Slide 4 - Diapositive
de snelle koolstofkringloop of de korte koolstofkringloop
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
de trage koolstofkringloop of de lange koolstofkringloop
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Wat zijn de belangrijkste fossiele brandstoffen
1. Steenkool
trage koolstof-
kringloop
Slide 9 - Diapositive
Wat zijn de belangrijkste fossiele brandstoffen?
2. Aardolie
trage koolstofkringloop
Slide 10 - Diapositive
Wat zijn de belangrijkste fossiele brandstoffen?
3. Aardgas
trage koolstofkringloop
Slide 11 - Diapositive
Wat is de bijdrage van fossiele brandstoffen aan het energieverbruik?
Zonder fossiele brandstoffen was het
hoge ontwikkelingspeil van Nederland
(en veel andere landen) niet mogelijk geweest.
Slide 12 - Diapositive
CO2
H2O SO2
NOx
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan de volgende oxiden:
Slide 13 - Diapositive
Neem deze tabel over in je schrift om tijdens de uitleg aantekeningen te maken:
oxide
milieu probleem
oplossing(en)
NOx
1.
2.
SO2
CO2
alternatieven voor fossiele brandstoffen gebruiken
Slide 14 - Diapositive
SO2
NOx
In de hete motor reageren O2 en N2 uit de lucht met elkaar tot NO en NO2 (NOx). Als de brandstof S bevat, dan ontstaat er bij verbranding ook SO2.
Welke gevolgen hebben NOx en SO2 voor het milieu?
Slide 15 - Diapositive
zwavelzuur
salpeterzuur
ZURE REGEN
Slide 16 - Diapositive
SO2
NOx
Hoe kun je uitstoot van NOx en SO2 tegengaan?
In de hete motor reageren O2 en N2 uit de lucht met elkaar tot NO en NO2 (NOx). Als de brandstof S bevat, dan ontstaat er bij verbranding ook SO2.
Slide 17 - Diapositive
Om de uitstoot van SO2 te verminderen, halen de olieconcerns het element S uit de brandstof
Slide 18 - Diapositive
De katalysator in de uitlaat zet het schadelijke NOx en CO om in stikstof (N2) en koolstofdioxide (CO2)
Slide 19 - Diapositive
Door minder hard te rijden, komt er ook minder NOx in de lucht. Daarom mag je rondom grote steden maar 80 of 100 km/h op de snelweg
Slide 20 - Diapositive
bio
brandstoffen
Slide 21 - Diapositive
bijv. bioalcohol
bijv. biodiesel
Slide 22 - Diapositive
waterstofgas
Slide 23 - Diapositive
Over welk type biobrandstof gaat deze cartoon?
A
1e generatie
B
2e generatie
C
3e generatie
Slide 24 - Quiz
Wat is geen biobrandstof?
A
Koolzaadolie
B
Bioethanol
C
Waterstof
D
Biodiesel
Slide 25 - Quiz
Bij de verbranding van biobrandstof komt ook koolstofdioxide vrij. Biobrandstoffen worden gevormd uit planten die daarvoor koolstofdioxide uit de lucht hebben vastgelegd. Dragen biobrandstoffen bij aan de opwarming van de aarde?
A
ja
B
nee
Slide 26 - Quiz
Casper en Hans doen een uitspraak over biobrandstoffen. Casper zegt dat alle biobrandstoffen klimaatneutraal zijn. Hans zegt dat er voor biobrandstof uit algen geen landbouwgrond nodig is om algen te laten groeien. Wie heeft (hebben) gelijk?