Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
be1hv - zwakke en modale werkwoorden - verleden tijd
Lernziele
Je kunt de verleden tijd van zwakke werkwoorden toepassen.
Je kunt de verleden tijd van modale werkwoorden toepassen.
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
1 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lernziele
Je kunt de verleden tijd van zwakke werkwoorden toepassen.
Je kunt de verleden tijd van modale werkwoorden toepassen.
Slide 1 - Diapositive
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd
* Uitzondering: werkwoorden met een stam op -d of -t krijgen een extra e!
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Verleden tijd:
Lars ... seine Hausaufgaben nicht.
A
macht
B
machtet
C
machtete
D
machte
Slide 4 - Quiz
Verleden tijd:
Ich ... eine schöne Tasche.
A
kaufe
B
kaufte
C
kauft
D
kauftete
Slide 5 - Quiz
Verleden tijd:
Wir ... gestern ein gutes Spiel.
A
spielen
B
spieltten
C
spielten
D
spielteten
Slide 6 - Quiz
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
-te
-test
-te
-ten
-ten
-tet
Slide 7 - Question de remorquage
Er ..... bis 1789 Musik an der Universität Bonn. (studeerde)
A
studiert
B
studierte
C
studiertet
D
studieret
Slide 8 - Quiz
Bijzonderheden........
Als de stam eindigt op
-d
of
-t
Dan beginnen alle uitgangen automatisch met een
'e'
Slide 9 - Diapositive
Verleden tijd
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
red
red
red
red
red
red
-ete
-etest
-ete
-eten
-eten
-etet
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> er [arbeiten]
A
arbeitet
B
arbeitete
C
arbeitetet
D
arbeite
Slide 11 - Quiz
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> ihr [baden]
A
bade
B
badet
C
badete
D
badetet
Slide 12 - Quiz
Verleden tijd:
Warum [antworten] du nicht?
Slide 13 - Question ouverte
Verleden tijd: antworten
Wer ...... auf diese schwierige Frage?
A
antworteten
B
antworetet
C
antwortete
D
antworte
Slide 14 - Quiz
Vertaal 'wij borstelden'
bürsten (= borstelen)
A
wir bürsten
B
wir bürstet
C
wir bürsteten
D
wir bürstten
Slide 15 - Quiz
Vul de verleden tijd in:
ich (baden)
Slide 16 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in:
Sie (meinen)
Slide 17 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in:
er (reden)
Slide 18 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in:
du (hören)
Slide 19 - Question ouverte
Leerdoel: ik kan de verleden tijd van zwakke(regelmatige) werkwoorden in het Duits maken.
A
nog niet helemaal
B
nog helemaal niet
C
jazeker!
D
extra uitleg nodig
Slide 20 - Quiz
De modale werkwoorden in de
VERLEDEN TIJD
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Maak af:
modale werkwoorden hebben in de verleden tijd nooit_______
A
klankverandering
B
een Umlaut
C
een uitgang
D
alle 3 de voorgaande mogelijkheden.
Slide 23 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk van de verleden tijd van modale werkwoorden?
A
-e-st-en-t-en-uitgangen
B
-te, -test, -te, -ten, -tet, -ten
C
geen Umlaut
D
andere stamklinker in de ovt bij álle ww-vormen
Slide 24 - Quiz
Wat is geen modale werkwoord?
A
dürfen
B
müssen
C
können
D
gehen
Slide 25 - Quiz
Modale werkwoorden( vt )
_____ Sie wie spät es ist?
A
wissten
B
Wusste
C
wussten
D
Wusstest
Slide 26 - Quiz
Zoek de juiste uitgangen (v.t.) van de modale werkwoorden bij elkaar.
ich konn-
wir woll-
du durf-
ihr wuss-
er muss-
sie konn-
sie wuss-
ten
test
te
ten
te
te
tet
Slide 27 - Question de remorquage
Modale werkwoorden
können
müssen
wollen
wissen
dürfen
mogen, toestemming hebben
weten
kunnen
willen
moeten
( noodzaak)
Slide 28 - Question de remorquage
Vul verleden tijd in van dürfen
Du.......das Auto hier doch nicht parken?
A
durftest
B
durften
C
durftet
D
durfte
Slide 29 - Quiz
Vul verleden tijd in van können
Ich............dir nicht helfen.
A
konnte
B
konntet
C
konnten
D
konntest
Slide 30 - Quiz
Vul verleden tijd in van wollen
Sie(ev)..............den Termin verschieben.
A
wollten
B
wollte
C
wolltet
D
wolltest
Slide 31 - Quiz
Vul verleden tijd in van wissen
............ihr, wo er gestern war?
Slide 32 - Question ouverte
Vul verleden tijd in van müssen
Sie( =U ).............sofort nach Hause.
Slide 33 - Question ouverte
Leerdoel: ik kan de verleden tijd van modale werkwoorden in het Duits maken.
A
nog niet helemaal
B
nog helemaal niet
C
jazeker!
D
extra uitleg nodig
Slide 34 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Schritt 23-28
Décembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 3
zwakke werkwoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
verleden tijd zwakke werkwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
Duitse werkwoorden (sein, haben, werden, Modalverben, zwak, verleden tijd)
Juin 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Havo 4 grammatik kap 1 und 2
Décembre 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Duits
Middelbare school
H3 Zugspitze Schritt 18-28 - O.V.T. zwakke werkwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
peul - O.V.T. zwakke werkwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
zwakke werkwoorden - Präteritum - 4vwo diagnostische toets
Janvier 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4