Aandacht en concentratie

Aandacht &  Concentratie
PO
voor
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Aandacht &  Concentratie
PO
voor

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan wij doen?
  • Aan het einde van deze les heb je meer geleerd over hoe je brein werkt bij aandacht en concentratie.
  • Aan het einde van de les weet jij meer over wat je kunt doen om je concentratievermogen te trainen. 


Slide 2 - Diapositive

Ik weet hoe ik geconcentreerd kan blijven tijdens de les
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Hoe lang kan een kind zich
maximaal concentreren denk jij?
A
10 minuten
B
20 minuten
C
40 minuten
D
een héél uur

Slide 4 - Quiz

Wat werkt beter voor
je concentratie?
A
Frisdrank
B
Muziek
C
Vrienden
D
Netflix

Slide 5 - Quiz

Waardoor raak jij
snel afgeleid?

Slide 6 - Carte mentale

Wat helpt jou het best
bij concentreren?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Ik kan mij het beste concentreren wanneer ik de volgende taken van school moet maken.

Slide 13 - Question ouverte

Wat zegt dit over de belangstelling die je hebt voor die taken?

Slide 14 - Carte mentale

Keuze
Vind jij dat je je goed kunt concentreren met muziek tijdens het leren? Zet een muziekje op en ga aan het werk met een vak!

Wil je graag verder met de les en nog wat tips krijgen? --> 
Stay tuned! 

Slide 15 - Diapositive

Opdracht in tweetallen
  • Kijk elkaar aan
  • Één persoon telt aan één stuk door tot 50
  • Maak dan een keuze uit de volgende stelling:
  1. Ik kan aan één stuk door tellen
  2. Ik raakte de tel kwijt en wist niet meer bij welk getal ik gebleven was


Slide 16 - Diapositive

Opdracht opnieuw in tweetallen
  • Kijk elkaar aan
  • Vraag degene met wie je samenwerkt in één minuut te vertellen wat hij/zij gisteren gedaan heeft.
  • Noem daarna alle dingen die hij/zij genoemd heeft.
  • Maak dan een keuze uit de volgende stelling:
  1. Ik kan precies navertellen wat ik gehoord had.
  2. Ik ben bij het navertellen dingen vergeten of maakte fouten.


Slide 17 - Diapositive