H1 par 6 Goden en mummies

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Goden en mummies

Vooruitblik

Periode 2

Tijdvak 1 t/m 4 - Cultuur

Wat is cultuur?

Opdracht 'Goddelijk leven' & Monotheïsme

Polytheïsme

Godsdienst speelde een grote rol in het leven van de Egyptenaren. Er waren honderden goden: elke streek had een eigen beschermgod. Een geloof in meerdere goden heet polytheïsme - poly = veel.

Egypte kwam door samenwerking onder één heerser. Deze heerser, farao, werd ook gezien als god.  

Natuurgodsdienst

De hoogste god was Amon-Re, de zonnegod. Goden werden veel afgebeeld om ze te vereren. 

In tempels werden offers gebracht aan de goden. Priesters speelden daar een grote rol in, want zij wisten hoe de goden tevreden bleven. Zonder de hulp van de goden zou de zon niet schijnen, of de Nijl opdrogen. 

Naast de zon en de Nijl werden ook natuurkrachten vereerd, zoals dieren.  Een godsdienst waarbij de natuur een grote rol speelt, heet een natuurgodsdienst.

Dodenrijk

De Egyptenaren geloofden in een leven na de dood. In het dodenrijk kon je voortleven. Je moest wel eerst toegelaten worden tot het dodenrijk. Als je goed had geleefd mocht je het dodenrijk in. Na je door moest je hiervoor verschillende proeven doen, om te laten zien dat je goed had geleefd. 

Op deze reis werden de doden geholpen door teksten op hun doodkisten en in grafkamers. Ook kregen de doden een dodenboek mee. 

Mummies

Het lichaam van een dode moest bewaard blijven. Zonder lichaam kon je het dodenrijk niet in. Het lichaam werd daarom meteen behandeld. Met hulp van de god Anubis werd er een mummie gemaakt en werd je ten ruste gelegd. 

Graven

Belangrijke personen lieten een groot stenen graf voor hunzelf bouwen. Het werk aan koningsgraven en grafkamers kostte vaak jaren. Denk aan grote piramides of het Dal der Koningen. 

Koninklijke mummies kregen prachtige giften mee. 

Dit goud en edelstenen trokken vele rovers aan. Bijna alle graven zijn leeggeroofd. In 1922 werd het graf van Toetanchamon, bijna ongeschonden ontdekt.

Huiswerk

Wb blz. 16/17

Opdracht 4 t/m 18