11.3 transport

12.3 Vervoer
- Je leert hoe dieren stoffen in hun lichaam vervoeren;

- Je leer hoe bij planten stoffen op de juiste plek komen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

12.3 Vervoer
- Je leert hoe dieren stoffen in hun lichaam vervoeren;

- Je leer hoe bij planten stoffen op de juiste plek komen.

Slide 1 - Diapositive

Vervoer in insecten
- Bij insecten wordt lucht met zuurstof door tracheeën vervoerd. 

- Voedingsstoffen en afvalstoffen worden door het bloed vervoerd.

- Een insect heeft een open bloedsomloop > het bloed stroomt vrij door het lichaam.

Slide 2 - Diapositive

Vervoer in vissen
- Bij vissen vervoert het bloed zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen.

- De bloedsomloop bij vissen is gesloten > bloed stroomt in bloedvaten.

Slide 3 - Diapositive

Verschillende bloedsomlopen
Enkelvoudige bloedsomloop bij vissen: het bloed gaat per omloop één keer door het hart.

Dubbele bloedsomloop bij andere gewervelde dieren: het bloed gaat per omloop twee keer door het hart.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Vervoer in planten
Wortelharen > water en mineralen opnemen.

Houtvaten vervoeren water en mineralen van de wortels naar de bladeren (omHoog).

Bastvaten vervoeren water en voedingsstoffen (o.a. Glucose) naar de wortels en de bloemen (Beneden).

De waterstroom blijft op gang doordat er water via de huidmondjes verdampt.

Slide 6 - Diapositive

  • Open bloedsomloop = bloed stroomt niet door bloedvaten
  • Gesloten bloedsomloop = bloed stroomt door bloedvaten 
  • Enkelvoudige bloedsomloop = bloed stroomt 1 x door hart per omloop
  • Dubbele bloedsomloop = bloed stroomt 2 x door hart per omloop

Slide 7 - Diapositive

Aan het werk
Hoofdstuk 11. Dieren planten
Paragraaf 11.3 Vervoer
Tekstboek: lezen blz. 110 t/m 112
Werkboek: maken opdracht 1 t/m 11
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Hoe heten de gaten van de rups?
A
kieuwen
B
stigma's
C
tracheeën
D
openingen

Slide 9 - Quiz

Hoe ademt een insect?
A
Via tracheeën
B
Door hun stigmata
C
Door diffusie
D
A + B + C

Slide 10 - Quiz

Openingen in het lijf van een insect heten:
A
Stigmata
B
Tracheeën
C
Pragmata

Slide 11 - Quiz

Waarom hebben planten zuurstof nodig?
A
Voor te blijven leven
B
Voor energie
C
Voor verbranding
D
Voor verbranding van glucose

Slide 12 - Quiz

Hoe maken planten zelf zuurstof?
A
Diffusie
B
Fotosynthese
C
Osmose
D
Exocytose

Slide 13 - Quiz

Formule fotosynthese
(woorden)

Slide 14 - Carte mentale