Geluidssterkte

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Ik kan aan het grafiek van een trilling zien of het geluid hoog, laag, hard of zacht is.

Ik kan vertellen over de geluidssterkte in dB

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie berekenen 
De frequentie is het aantal trillingen in 1 seconde.

Grootheid
Symbool
Eenheid
frequentie
f
Hertz (Hz)
trillingstijd
T
seconde (s)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie
  • EENHEID van frequentie is hertz (Hz)
  • Hoge frequentie = hoge toon = veel trillingen per seconde

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidssterkte
Hoe groter de geluidssterkte is hoe groter de amplitude is.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amplitude
Hoe harder het geluid --- hoe GROTER de amplitude.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oscilloscoop






Een oscilloscoop laat geluidsgolven zien op een scherm


Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke oscilloscoop beelden horen bij dezelfde toon?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidssterkte

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke oscilloscoop beelden horen bij tonen die even luid zijn?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke oscilloscoop beelden horen bij de luidste toon?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog even het verschil tussen toonhoogte en de amplitude van een trilling

Als een basluidspreker het geluid van een bass drum laat horen, kun je de conus zien trillen. 

Toonhoogte = het aantal trillingen.
Amplitude = de afstand tussen het midden en de uiterste stand. 

 De geluidssterkte wordt bepaald door de amplitude. Hoe harder een geluid, hoe groter de amplitude. 

Slide 13 - Diapositive

Die trilling wordt heviger als je het geluid harder zet. De drukverschillen in de omringende lucht worden dan ook groter. Daardoor klinkt het geluid harder. 

 Bekijk in figuur 2 de afstand tussen het midden van de trillingen en hun uiterste stand. Dat noem je de amplitude van de trillingen:
deciBell & dB(A)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidssterkte

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

dB(A)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gehoordrempel/pijngrens

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidssterkte geef je aan in ...
A
dB
B
Hz

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidssterkte meet je met een ........
A
Decibelmeter
B
Oscilloscoop
C
Toongenerator

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke golf hoort bij het minst harde geluid?
A
Figuur A
B
Figuur B
C
Figuur C

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De sterkte van geluid meet je in....

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend de (A) in de dB(A)- schaal?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de gehoordrempel bij een frequentie van 100 Hz?
... dB

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een toon heeft een frequentie van 200 Hz en een geluidssterkte van 20 dB. Kun je deze toon horen?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De frequentie is 100 Hz. Wat is de gehoordrempel bij deze frequentie?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dB(A) is gemiddeld de pijngrens?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

 Als de geluidssterkte verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met 3 dB.
60 dB
63 dB
66 dB

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag: 
1 leerling produceerd 60dB
Hoeveel dB produceren 16 leerlingen?
1 leerling         60 dB
2 leerlingen   63 dB
4 leerlingen   66 dB
8 leerlingen   69 dB


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

16 violisten maken samen muziek. De geluidssterkte is 72 dB. Hoeveel dB maken 2 violisten samen?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

16 violisten maken samen muziek. De geluidssterkte is 72 dB. Hoeveel dB maken 3 violisten samen?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


1  luidspreker produceert 90 dB. Hoeveel dB is de geluidssterkte van 16 luidsprekers?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het geluid van 94 dB is ....... harder dan het geluid van 88 dB

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de geluidssterkte?
A
60 dB
B
65 dB
C
100 dB
D
105 dB

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


8. Bij welke geluidsgolven is de amplitude het grootst?
A
A
B
B
C
C

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de analoge decibelmeter op
LO staat, hoe hard is het geluid dan?
A
45 dB
B
85 dB

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions