IE schrijven les 4 informeel & formeel, zakelijke brief en email

Examentraining Schrijven 2F
Wat gaan we vandaag doen? :
  • Bespreken van examen 
  • Formeel en informeel taalgebruik bespreken
  • Bespreken zakelijke e-mail
  • Bespreken offerte
  • Individueel schrijven aan zakelijke e-mail
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining Schrijven 2F
Wat gaan we vandaag doen? :
  • Bespreken van examen 
  • Formeel en informeel taalgebruik bespreken
  • Bespreken zakelijke e-mail
  • Bespreken offerte
  • Individueel schrijven aan zakelijke e-mail

Slide 1 - Diapositive

Schrijfexamen 
  • 90 minuten duurt het examen (met extra tijd voor degenen die hier een akkoord voor hebben) 
  • Aantal woorden: tussen de 300 en 400
  • woordenboek mag gebruikt worden, neem deze van thuis mee
  • examen vindt plaats op school
  • Wees op tijd!!!

Slide 2 - Diapositive

Informeel en formeel taalgebruik
In een persoonlijke mail of brief vertel je vrienden of bekenden over je eigen ervaringen, meningen en gevoelens. Je gebruikt dan informele taal. Hierbij gebruik je ongeveer dezelfde woorden als wanneer je praat.          

 In een zakelijke tekst pas je de woordkeus aan: je gebruikt formele taal. Je zegt alles wat netter en je spreekt de ander bijvoorbeeld aan met "u". 

Slide 3 - Diapositive

Formeel taalgebruik
Formele taal is:
  • Duidelijk                  De lezer kan de tekst in 1 keer begrijpen
  • Kort en bondig     De tekst bevat geen overbodige informatie
  • Beleefd                    De tekst toont respect voor de lezer, vooral                                        door de woordkeus
  • Correct                    De tekst bevat geen fouten in spelling,                                                  interpunctie of grammatica

Slide 4 - Diapositive

Formeel of informeel: Je schrijft een sollicitatiebrief
A
formeel
B
informeel

Slide 5 - Quiz

Is een zakelijke brief formeel of informeel?
A
Formeel
B
Een combinatie van formeel en informeel
C
Dat mag je zelf bepalen
D
Informeel

Slide 6 - Quiz

Is dit formeel of informeel?
Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Zakelijke e-mail
Voor berichten aan mensen die je niet (goed) kent, zoals een stagebegeleider, een collega of een klant, gebruik je een zakelijke e-mail. Gebruik in deze e-mails formele taal. Gebruik  de volgende indeling:
  • Aanhef: Geachte....., of Beste....Begin nooit met hallo!
  • Inleiding: Wie ben je en waarom schrijf je?
  • Middenstuk: Welke informatie wil je hebben? Wat is je boodschap? Welke vragen heb je? 
  • Slot: Sluit je mail af met: Met vriendelijke groet, en je naam. 

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld zakelijke e-mail

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden
Een signaalwoord vertelt je wat de zinnen of alinea's met elkaar te maken hebben. 
Een signaalwoord geeft dus het verband aan tussen zinnen of alinea's. 

Slide 10 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden
opsomming
en, ook, bovendien, verder
volgorde van tijd
eerst, daarna, vervolgens, vroeger, nu, toen
tegenstelling
maar, echter, toch
voorbeeld
bijvoorbeeld, zoals
reden of oorzaak-gevolg
doordat, omdat, want, daarom, waardoor
voorwaarde
als...dan, mits, tenzij

Slide 11 - Diapositive

Tekst
Upload de opdracht in TEAMS (ga naar jullie klassentegel->Nederlands->opdrachten)

Slide 12 - Diapositive