6 Meten: Kelvin

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Het volgende onderdeel van het SI stelsel wat we gaan bespreken is absolute temperatuur in Kelvin. 

Grote kans dat je hier nog nooit van hebt gehoord. Maar temperatuur meten doen we natuurlijk elk moment van de dag. 

Heb jij het op het moment warm of koud?

Slide 2 - Diapositive

Temperatuur
De temperatuur meten we in Nederland normaal gesproken in graden Celsius. 

Slide 3 - Diapositive

Digitale thermometer
Vloeistof thermometer (analoog)

Slide 4 - Diapositive

Is deze thermometer analoog of digitaal?
A
Analoog
B
Digitaal

Slide 5 - Quiz

Deze thermometer is een:
A
digitaal meetinstrument
B
analoog meetinstrument

Slide 6 - Quiz

Warm of koud?
Of je het warm of koud hebt kan natuurlijk verschillende oorzaken hebben. 

Maar als je de temperatuur wilt meten gebruik je een thermometer. 

Slide 7 - Diapositive

De thermometer van Jan geeft -3 ℃ weer. Gisteren was de temperatuur 3 graden lager. Welke temperatuur gaf display toen aan?
A
- 6℃
B
0 ℃
C
3 ℃
D
6 ℃

Slide 8 - Quiz

Thermometer
In het volgende filmpje kun je bekijken hoe een thermometer is gebouwd, en hoe jij werkt. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Maak een schreenshot en benoem deze vloeistof thermometer.

Slide 11 - Diapositive

Kijk je tekening na. 

Slide 12 - Diapositive

Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling

Slide 13 - Quiz

Waar is de stijging van een thermometer van afhankelijk ?
A
van de temperatuur natuurlijk
B
van de luchtdruk
C
of je koorts hebt
D
van de breedte van de buis en de temperatuur

Slide 14 - Quiz

Celsius
De zweedse astronoom Anders Celsius bedacht de temperatuurschaal voor de thermometers die werken met Celsius. 

Slide 15 - Diapositive

Wie was de uitvinder van de thermometer
A
Newton
B
Einstein
C
Celcius
D
Frankenstein

Slide 16 - Quiz

Hoe maak je een thermometer?
In het volgende filmpje kun je zien hoe een thermometer wordt gemaakt. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

0

Slide 21 - Vidéo

Wat is de temperatuur van smeltend ijs?
A
0 graden Celsius
B
1 Fahrenheit
C
1 graden Celsius
D
-1 graden Celsius

Slide 22 - Quiz

Wat is de temperatuur van kokend water?
A
78 graden Celsius
B
100 graden Celsius

Slide 23 - Quiz

Kelvin
De grootheid temperatuur heeft als standaardeenheid kelvin. Dit betekent dus dat de temperatuur dus eigenlijk in kelvin gemeten zou moeten worden. Maar wij gebruiken geen kelvin thermometers. 

Het symbool voor kelvin is K. 

Slide 24 - Diapositive

Kelvin?
William Thompson was een Britse Natuurkundige die later tot edelman verheven werd. Zijn nieuwe titel was daardoor Lord. Zijn naam werd daarna Lord Kelvin. 

Slide 25 - Diapositive

Absolute nulpunt
Lord Kelvin ging er vanuit dat alle stoffen een absoluut nulpunt hadden. Dat is de allerlaagste temperatuur die er is. 

Die temperatuur noemde 0 K. Nul Kelvin dus. 

Slide 26 - Diapositive

Omrekenen
De temperatuur die water heeft wanneer hij bevriest is 273 K. 0 graden Celsius is dus 273 Kelvin. 
1 graad Celsius is dus 274 Kelvin. 2 graden Celsius is dus 275 Kelvin. 

Slide 27 - Diapositive

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
273 graden celsius
C
273 Kelvin
D
-273 graden Celsius

Slide 28 - Quiz

Celsius naar kelvin en andersom
273 aftrekken van de temperatuur in Kelvin 

voorbeeld 1:     de temperatuur is 58 K -> 58 - 273 = - 215 o

voorbeeld 2:   de temperatuur is 258 K  -> 258 - 273 = - 15 oC

Slide 29 - Diapositive

oefenen met omrekenen van graden Celsius naar Kelvin:
15 graden Celsius =
A
-258 K
B
15 K
C
288 K
D
268 K

Slide 30 - Quiz

oefenen met omrekenen van Kelvin naar graden Celsius:
47 K =
A
32 graden Celsius
B
320 graden Celsius
C
- 126 graden Celcius
D
-226 graden Celsius

Slide 31 - Quiz

en nog eentje:

334 K =
A
41 graden Celsius
B
- 61 graden Celsius
C
61 graden Celsius
D
607 graden Celsius

Slide 32 - Quiz

Bij de grootheid 'temperatuur' hoort de standaard eenheid....
A
Graad celsius
B
Graden
C
Warmte
D
Kelvin

Slide 33 - Quiz

Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
273 Kelvin

Slide 34 - Quiz

Prakticum
Meet de verschillende temperaturen van de vloeistoffen in graden Celsius. Vul het werkblad in. 

Reken daarna de temperaturen om in Kelvin. 

Maak een foto van je werkblad en lever deze via SOM in. 

Slide 35 - Diapositive