Nieuw Nederlands Hoofdstuk 3 Test Hoofdstuk 4 Lezen: feit, mening, argument

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Welkom in de les

• Fijn dat jullie er weer zijn!
• Vandaag gaan jullie aan de slag met het onderdeel Lezen van hoofdstuk 4

Lezen (hfst. 4)

Doel: Aan het eind van de les weet wat feiten, meningen en argumenten zijn, wat de verschillen zijn en hoe je ze kunt herkennen.

1. Feit: je kunt controleren of iets waar / niet waar is. Bv. krant, website
2. Mening: oncontroleerbaar, mee (on)eens. 'Ik vind', 'volgens mij'
3. Argument: Je legt uit waarom je iets vindt. 'Want', 'omdat', 'namelijk', 'daarom'

Maak de startopdracht en bekijk daarna het uitlegfilmpje - thuis

Doen

• Maak de opdrachten 1, 2 en 3 van het onderdeel Lezen van hfdst. 4 (blz. 96 t/m 98)
• Schrift? Zet dit erboven: Lezen H4 
• Online? Start het online lesmateriaal

Terugkijken op de les (evalueren)

Wat weet je nu van feiten, meningen en argumenten?

Beantwoord de volgende vragen:

Feit of mening? Gisteren was het 35 graden in de schaduw.

1. Feit
2. Mening

Feit of mening? Ik vind het niet fijn dat het zo warm is.

1. Feit
2. Mening

Feit of mening? Wij hebben een goede docent Nederlands

1. Feit
2. Mening

Wat is het argument in de volgende zin: Ik vind dit een mooi boek omdat ik er veel in herken van mijn eigen leven.

Afsluiting

• Huiswerk: opgaven 1 t/m 3 van Lezen (hfdst 4, blz 96 -98
• Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende keer!

Start van de les

• Huiswerk: opgaven 1 t/m 3 van Lezen H4
• Welke vragen zijn er?
• Korte herhaling theorie 

• Opdr. 5 maken van Lezen H4
• Klaar? Maak de opdrachten van Kijken en Luisteren
• 10.30 - 10.45 uur pauze 

Lezen H4 - korte herhaling theorie

Doel: Aan het eind van de les weet wat feiten, meningen en argumenten zijn, wat de verschillen zijn en hoe je ze kunt herkennen.

1. Feit: je kunt controleren of iets waar / niet waar is. Bv. krant, website
2. Mening: oncontroleerbaar, mee (on)eens. 'Ik vind', 'volgens mij'
3. Argument: Je legt uit waarom je iets vindt. 'Want', 'omdat', 'namelijk', 'daarom'

Wat is het argument in de volgende zin: Ik vind wiskunde een leuk vak, omdat de lessen afwisselend zijn.

Lezen H4 - aan de slag

- Opdr. 5 maken van Lezen H4

- Klaar? Maak de opdrachten van Kijken en Luisteren H4

10.30 - 10.45 uur pauze