Bijspijkerles: Leren lezen door te schrijven - havo 1
Par. 4.4 Schrijven en Formuleren
Je leert:
* hoe je een alinea opbouwt;
* hoe je een informatieve tekst schrijft.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Par. 4.4 Schrijven en Formuleren
Je leert:
* hoe je een alinea opbouwt;
* hoe je een informatieve tekst schrijft.
Slide 1 - Diapositive
Schrijf drie dingen op waaraan je een alinea kunt herkennen.
Slide 2 - Question ouverte
Omschrijf wat een kernzin van een alinea is.
Slide 3 - Question ouverte
Lees nu de tekst
'Een alinea opbouwen' op pag. 30.
Slide 4 - Diapositive
Schrijf een kernzin over een schoolvak dat je leuk vindt. Vul vervolgens je kernzin aan met een uitleg of uitwerking van drie zinnen. Zo vormt er vanzelf een alinea.
Slide 5 - Question ouverte
Beoordeling van de alinea:
* Gaat de uitwerking over de kernzin?
* Bestaat de uitwerking uit drie á vier zinnen?
* Is de alinea in foutloos Nederlands geschreven?
Slide 6 - Diapositive
Stel, je zou een heel artikel schrijven over jouw favoriete schoolvak. Welke deelonderwerpen zouden hierin behandeld kunnen worden? Noem er drie.
Slide 7 - Question ouverte
Lees nu de tekst:
'Een informatieve tekst schrijven' op pag. 31.
Slide 8 - Diapositive
Wat is het belangrijkste doel van een informatieve tekst?
A
De schrijver geeft zijn mening over een onderwerp
B
De schrijver geeft de lezer informatie over een onderwerp
C
De schrijver probeert de lezer te activeren
Slide 9 - Quiz
In een informatieve tekst staan bijna geen feiten.