§1.4: Regionale verschillen

Regionale verschillen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Regionale verschillen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

De welvaart van een land kun je zien aan:
A
bbp per persoon, werkgelegenheid & staat van de huizen
B
werkgelegenheid, beroepsbevolking & levensverwachting
C
bbp per persoon, werkgelegenheid & beroepsbevolking
D
beroepsbevolking, alfabetiseringsgraad & koopkracht

Slide 3 - Quiz

Koploper
Industriesector

Slide 4 - Question de remorquage

Industrielanden / volgers
Dat zijn de .....-landen

Slide 5 - Question ouverte

Gaat over hoe goed het geestelijk, lichamelijk en sociaal met je gaat
Wat betekent welzijn voor jou?

Slide 6 - Carte mentale

Hoe gezonder mensen zijn, hoe ... hun welzijn
A
Hoger
B
Lager

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
  • Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, woonomgeving en gezondheid
  • Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere levensverwachting

Slide 8 - Diapositive

Theorie paragraaf 1.4
Regionale verschillen
Hoe kun je Nederland onderverdelen in regio's?

Slide 9 - Diapositive

In Nederland zijn er regionale verschillen. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Dit zijn verschillen tussen landen binnen Europa
B
Dit zijn verschillen tussen gebieden binnen een land
C
Dit zijn tussen Nederland en Duitsland
D
Dit zijn verschillen tussen de provincies

Slide 10 - Quiz

Amsterdam:
€ 642.500| 120 m2 | 134 m2


Zuid-Scharwoude:
€ 450.000 | 120 m2 |  337 m2 

Slide 11 - Diapositive

Amsterdam (N.H.)
Burem (Fr.)

Slide 12 - Diapositive

Hoge bebouwingsdichtheid komt vooral voor in.....
A
Stedelijke gebieden
B
Landelijke gebieden

Slide 13 - Quiz

Regionale verschillen
Het gemiddelde inkomen verschilt in Nederland:
  • gemeenten met lage inkomens vooral in … 
  • het noorden en zuiden
  • rijke gemeenten liggen vooral in …
  • westen en midden
  • hoge inkomens komen vaker voor in … 
  • kleine gemeenten dan in grote steden




  • Meeste moderne werkgelegenheid is in de Randstad: daar liggen de mainports.

Slide 14 - Diapositive

Wat geeft regionale verschillen weer?
A
Regionale index
B
BNP
C
BBP
D
BRP

Slide 15 - Quiz

In Nederland komen regionale verschillen in welvaart voor.

In welke delen van Nederland liggen de
meeste gemeenten met lage inkomens?

A
In het noorden en het oosten van Nederland.
B
In het noorden van Nederland en in Zuid-Limburg.
C
In het noorden en het westen van Nederland.
D
In Drenthe en Noord-Brabant.

Slide 16 - Quiz

Beoordeel de volgende stellingen.

I. In Zuid-Limburg liggen enkele mainports van Nederland. Daarom is hier veel moderne werkgelegenheid.

II. De verschillen tussen de arme en rijke buurten in een stad zijn veroorzaakt door een verschil in ligging ten opzichte van de mainports.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 17 - Quiz

Verschillen in woonomgeving
Er zijn regionale verschillen tussen stedelijke gebieden en landelijke gebieden:
  •  hogere bebouwingsdichtheid in stedelijke gebieden
  •  congestie in westen van Nederland
  •  mindere luchtkwaliteit en waterkwaliteit in stedelijke gebieden
  •  meststoffen in water in landelijke gebieden

Slide 18 - Diapositive

Verschillen in gezondheid
Er zijn regionale verschillen in levensverwachting. Welke?
  • in grote steden is de levensverwachting lager dan gemiddeld
  • in dorpen rond de grote steden is de levensverwachting hoger dan gemiddeld

Hoe zijn deze verschillen te verklaren?
  • Mensen met een hogere opleiding en een beter inkomen leven gezonder dan mensen met een lage opleiding en een laag inkomen.



Slide 19 - Diapositive

In de randstad is de levensverwachting gemiddeld .... dan in de rest van Nederland
A
hoger
B
lager
C
gelijk

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

In de steden in de Randstad ligt de gemiddelde levensverwachting ....
dan in de dorpen in de Randstad
A
hoger
B
lager
C
gelijk

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Lien

Toename van de werkgelegenheid leidt tot een toename van....?
A
welvaart
B
welzijn
C
mobiliteit
D
congestie

Slide 24 - Quiz

Werkgelegenheid wil zeggen dat je een baan hebt
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quiz


Iemand doet twee uitspraken.
I De vergrijzing in kleine dorpen en landelijke gebieden zal toenemen.
II Als voorzieningen verdwijnen, zal de leefbaarheid achteruitgaan.

A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist.

Slide 26 - Quiz

Een landelijk gebied is........?
A
Dichtbevolkt
B
Dunbevolkt

Slide 27 - Quiz

Menselijk activiteiten zorgen ervoor dat de woonomgeving kan worden aangetast. Hoe?

Slide 28 - Question ouverte

Leerdoelen check
  • Je weet dat er in Nederland regionale verschillen bestaan in welvaart, woonomgeving en gezondheid
  • Je begrijpt het verband tussen opleiding, manier van leven en gezondheid
  • Je kunt op een inkomenskaart de gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere levensverwachting

Slide 29 - Diapositive

Aan het werk
Per paragraaf doe je 2 dingen:
  • Maak 5 opdrachten
  • Maak een vorm van een samenvatting

Slide 30 - Diapositive