D1 N4 Grooteenheden 1.1 en lengte 1.2

grooteenheden D1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

grooteenheden D1

Slide 1 - Diapositive

Doelen van de les:
  • Je weet wat grooteenheden/eenheden zijn
  • Je herkent het gebruik van getallen in je omgeving
  • Je weet de formule voor het berekenen van de omtrek

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn grooteenheden
en eenheden? Waar denk je aan?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Maak een foto, hier in de klas / op de gang/ van je mobiel / van internet waar getallen en of cijfers in voorkomen

Slide 5 - Question ouverte

Welke formule is/zijn mogelijk bij de omtrek?
A
Lengte + breedte
B
Lengte + breedte x 2
C
Lengte x breedte
D
Lengte+breedte+lengte+breedte

Slide 6 - Quiz

Wat is de omtrek?
A
24
B
30
C
6
D
18

Slide 7 - Quiz

Wat is de lengte op het vraagteken?
A
1 m
B
2 m
C
3 m
D
4 m

Slide 8 - Quiz

Wat gaan we vandaag doen
Hoe zat het ook alweer?

1 km = 1000 m
dus 1km = 1000 000 mm

Slide 9 - Diapositive

Kan een auto van 214 cm, met een dakkoffer van 1,06 m door de tunnel? Schrijf hoe je rekent.

Slide 10 - Question ouverte

De lengte van deze deurklink is:

1...
A
mm
B
cm
C
km
D
dm

Slide 11 - Quiz

Lengte 8,2dm = ..........mm
A
820
B
0,82
C
8,22
D
8200

Slide 12 - Quiz

De lengte van een auto is ongeveer 4200 .....
A
mm
B
cm
C
hm
D
km

Slide 13 - Quiz

De rolmaat geeft 4,3 dm aan.
Hoeveel centimeter is dat?
A
430
B
43
C
4,3
D
4300

Slide 14 - Quiz

Het is 2,2 km naar de sporthal.
Hoeveel meter moet ik fietsen?
A
22000
B
2,2
C
22
D
2200

Slide 15 - Quiz


Wat is de werkelijke lengte van de scooter?
A
1290 mm
B
1740 mm
C
1740 cm
D
17,4 m

Slide 16 - Quiz

Zelf aan de gang
  • Heb je kladpapier om notities te maken?!
  • Je mag je rekenmachine gebruiken
  • Gebruik je rekenkaart 

Maak de opdrachten paragraaf 1.1 en 1.2 van domein 1

Slide 17 - Diapositive

Alle zijden zijn even lang.
Wat is de omtrek in cm?
A
120 mm
B
210 mm
C
12 cm
D
21 cm

Slide 18 - Quiz

Rond een weiland loopt een sloot. Het weiland is 189,5m breed en 405m lang. Hoeveel km is de sloot om het weiland?
Rond af op 1 decimaal.
(laat ook je berekening zien)

Slide 19 - Question ouverte

Vragen?
VRAGEN?

Slide 20 - Diapositive

Heb je kunnen werken tijdens zelfstandige opdrachten?

Slide 21 - Carte mentale