Grooteenheden les lengte en formules

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

grooteenheden

Omtrek, oppervlakte en inhoud

Doelen van de les:

• grooteenheden
• (omtrek - oppervlakte - inhoud)
  
• referentiematen (om schattingen te kunnen doen)
• vuistregels (rekenregels maar niet vaststaand)

Doelen van de les:

• grooteenheden
• (omtrek - oppervlakte - inhoud)
  
• referentiematen (om schattingen te kunnen doen)
• vuistregels (rekenregels maar niet vaststaand)

Wat gaan we vandaag doen

Hoe zat het ook alweer?

1 m = 10 dm = 100 cm= 1000 mm

1 km = 1000 m

dus 1km = 1000 000 mm

Weten we het nog??

De rolmaat geeft 4,3 dm aan.
Hoeveel centimeter is dat?

1. 430
2. 43
3. 4,3
4. 4300

De rolmaat geeft 4,3 dm aan.
Hoeveel centimeter is dat?

1. 430
2. 43
3. 4,3
4. 4300

Het is 2,2 km naar de sporthal.
Hoeveel meter moet ik fietsen?

1. 22000
2. 2,2
3. 22
4. 2200

Het is 2,2 km naar de sporthal.
Hoeveel meter moet ik fietsen?

1. 22000
2. 2,2
3. 22
4. 2200

Welke formule is/zijn mogelijk bij de omtrek?

1. Lengte + breedte
2. Lengte + breedte x 2
3. Lengte x breedte
4. Lengte+breedte+lengte+breedte

Welke formule is/zijn mogelijk bij de omtrek?

1. Lengte + breedte
2. Lengte + breedte x 2
3. Lengte x breedte
4. Lengte+breedte+lengte+breedte

Rond een weiland loopt een sloot. Het weiland is 189,5m breed en 405m lang. Hoeveel km is de sloot om het weiland?
Rond af op 1 decimaal.
(laat ook je berekening zien)

Rond een weiland loopt een sloot. Het weiland is 189,5m breed en 405m lang. Hoeveel km is de sloot om het weiland?
Rond af op 1 decimaal.
(laat ook je berekening zien)

Even voor jezelf

Wat is de

omtrek?

Geef

antwoord

in cm...

3 a) Omtrek berekenen

Opdracht 3a) Bereken de omtrek

Hoe bereken je de oppervlakte van een vierkant / rechthoek?

1. lengte x breedte x hoogte
2. lengte x breedte
3. lengte + breedte + lengte + breedte
4. lengte + breedte

3 b) Oppervlakte berekenen

Opdracht 3b) Bereken de oppervlakte

Hoe bereken je de inhoud?
(meerdere antwoorden zijn goed)

1. Oppervlakte bodem x hoogte
2. Lengte + breedte + hoogte
3. Lengte x breedte / hoogte
4. Lengte x breedte x hoogte

8) Een aquarium = breedte 1.5 dm, lengte 35 cm, hoogte 25 cm.
1 dm3 = 1 liter EN 1 liter water weegt 1 kg.
Hoeveel weegt het water in het aquarium? (heel getal)

9) De oppervlakte van de bodem van een aquarium is 10dm2. De breedte van de bodem is 25cm.
Wat is de lengte van de bodem in cm?

9) De oppervlakte van de bodem van een aquarium is 10dm2. Er zit 35 ltr water in
Wat is de waterhoogte in cm?

Bonusvragen!
10) 1 liter water weegt 1 kg. Een dak is 8m bij 7m. Er ligt 5cm regenwater op.
Hoeveel weegt het water op dit dak?

9) Een aquarium = 40 cm x 25 cm x 35 cm = inhoud van 35dm3 Er wordt een steen in gelegd waardoor de waterhoogte stijgt met 1,5 cm.
Wat is het volume (inhoud) van de steen?

9) Een aquarium = 40 cm x 25 cm x 35 cm = inhoud van 35dm3 Er wordt een steen in gelegd waardoor de waterhoogte stijgt met 1,5 cm.

Wat is het volume (inhoud) van de steen?

Antwoord = 1,5 dm3

Het water stijgt 1,5 cm waardoor er 1,5 cm minder water in kan. Nieuwe waterhoogte = 35 cm - 1,5 cm = 33,5cm

Reken cm om naar dm 33,5 cm = 3,35 dm = nieuwe waterhoogte

Bereken het oppervlakte = l x b = 40cm x 25 cm = 4 dm x 2,5 dm = 10 dm2

Bereken de nieuwe inhoud = opp. x nieuwe waterhoogte = 10 dm2 x 3,35 dm = 33,5 dm3

Oud dm3 - nieuw dm3 = inhoud van de steen = 35 dm3 - 33,5 dm3 = 1,5 dm3

Vragen?

VRAGEN?