4 vwo pubquiz leesvaardigheid

Pubquiz 
(voorbereiding leesvaardigheid)

- veelvoorkomende woorden 
- signaalwoorden
- leesopdrachten
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Pubquiz 
(voorbereiding leesvaardigheid)

- veelvoorkomende woorden 
- signaalwoorden
- leesopdrachten

Slide 1 - Diapositive

Vertaal:
Absatz
timer
0:15

Slide 2 - Question ouverte

Vertaal:
Zeile
timer
0:15

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal:
Ergänzung
timer
0:15

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
kaum

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal:
fast

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal:
oft

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal:
Grund

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal:
Bedingung

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal:
Nordhalbkugel

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal:
derzeit
timer
0:12
A
toen
B
in die tijd
C
momenteel
D
in de toekomst

Slide 11 - Quiz

Vertaal:
Bestätigung
timer
0:12
A
bevestiging
B
bevinding
C
argumentatie

Slide 12 - Quiz

Vertaal:
Einschränkung
timer
0:12
A
aanvulling
B
beperking
C
verklaring

Slide 13 - Quiz

Verband:
obwohl
timer
0:12
A
opsomming
B
toelichting
C
tegenstelling
D
vergelijking

Slide 14 - Quiz

Verband:
kurz
timer
0:12
A
samenvatting
B
conclusie
C
oorzaak-gevolg
D
vergelijking

Slide 15 - Quiz

Vertaling:
statt
timer
0:12
A
staat
B
:
C
als
D
in plaats van

Slide 16 - Quiz

Vertaling:
also
timer
0:10
A
ook
B
dus
C
indien
D
zo

Slide 17 - Quiz

in het geval dat
opdat
met name
zoals
falls
damit
zumal
wie

Slide 18 - Question de remorquage

Wat doet een "Konkretisierung"

Slide 19 - Question ouverte

Wat doet een "Relativierung"?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Was ist die richtige Antwort?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Was ist die Antwort?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Lien

Was ist die wichtige Bedingung des
Deutschland-Tickets?
A
Man darf nur in den regionalen Zügen fahren.
B
Man darf nicht unbedingt ein Fahrrad mitbringen im Zug.
C
Kinder von 7-14 können nicht kostenlos mitfahren.
D
Hünde sind in den Zügen nicht erlaubt.

Slide 28 - Quiz

Worauf muss man achten, wenn man nur einen Monat in Deutschland reisen will?

Slide 29 - Question ouverte

Wie erklärt man "Nahverkehr" auf Niederländisch?

Slide 30 - Question ouverte

Du kommst am 30. Juli wegen eines Zugausfalls 1,5 Stunde zu spät bei deinem Reiseziel an. Es ist das erste Mal des Monats.
Wirst du entschädigt?
Schreibe ja/nein und begründe deine Antwort oder notiere die Bedingung.

Slide 31 - Question ouverte

Über Deutsche Bahn kann man auch einen Citytrip buchen. Wie heißt die Hotelkette, bei denen man reserviert?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Lien

Welche Fragen habt ihr in Bezug auf die Leseprüfung?

Slide 34 - Question ouverte

NICHT vergessen
- Wörterbuch
- Lesekilometer machen!! 
- Üben mit eindexamensite.nl 
- Lies einfach die Nachrichten oder tolle Websites! 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien