Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Ridders
Slide 1 - Diapositive
Dit is de tijd van de ridders
NU
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we vandaag leren?
- Wat is een ridder
- Wat doet een ridder
- wat draagt een ridder
- De riddercode
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je over Ridders?
Slide 4 - Carte mentale
Hoe werd je ridder?
Ridder werd je niet zomaar. Daar moest je lang voor leren. Na jaren kon je pas met je paard op stap. Opzoek naar de vijand. Je ging dan een spannend leven tegemoet.
Slide 5 - Diapositive
Hulpje van een ridder
Als de kinderen zeven jaar geworden waren, was het spelen afgelopen.
Ze werden dan naar een ander kasteel gestuurd.
Slide 6 - Diapositive
Hulpje van een ridder
Een jongen werd het hulpje van een ridder, een page.
Hij maakte het eten klaar of maakte het bed op.
Hij leerde hoe hij zich later als ridder moest gedragen.
Hij ging niet mee naar gevechten.
Slide 7 - Diapositive
Meisjes
Meisjes gingen als ze zeven werden ook naar een ander kasteel.
Ze leerden daar goede manieren.
En van alles over het huishouden.
Slide 8 - Diapositive
Schildknaap
Als een ridder tevreden was over zijn page, werd hij op zijn veertiende een schildknaap.
Een schildknaap ging mee met de ridder naar gevechten.
Slide 9 - Diapositive
Schildknaap
Hij hielp de ridder bij het aantrekken van zijn harnas.
Hij zorgde voor het paard.
Soms was het gevaarlijk, dan moest je helpen het kasteel verdedigen tegen de vijand.
En als hij dat allemaal goed kon, werd hij later misschien zelf ook ridder.
Slide 10 - Diapositive
Ridder
Je werd niet zomaar een ridder.
Daar moest je lang voor leren.
Het duurde jaren voordat je met je paard op weg kon op zoek naar de vijand.
Slide 11 - Diapositive
Regels
Er waren wel regels waar een ridder zich aan moest houden.
1. Hij moest mensen beschermen.
2. Hij moest zich houden aan de beloftes.
3. Hij moest trouw zijn aan zijn landheer.
De landheer was zijn baas.
Slide 12 - Diapositive
Ridders en soldaten
Als er rovers waren, moest de landheer zijn kasteel en de mensen verdedigen.
Dat deed hij niet alleen.
De sterkste boeren vochten met de landheer mee.
Deze boeren werden soldaten.
Slide 13 - Diapositive
Ridders en soldaten
De landheer zorgde voor zwaarden, schilden, helmen en paarden.
Zo werden deze soldaten ridder.
Slide 14 - Diapositive
Wapenuitrusting van een ridder
Een ridder had een heel pak aan, zodat hij goed beschermd blijft in gevechten. Dit noemen we een harnas! Hiernaast kan je per wolkje kijken hoe het deel van het harnas wordt genoemd.
Helm, dit beschermt het hoofd van de ridder.
Dit is het vizier, deze klep kon omhoog en naar beneden. Wanneer er geen gevaar is of de ridder mocht eten, deed hij zijn klep omhoog. Dan kun je zijn ogen dus zien!
Schouderstukken
Armstukken met handschoenen
Zwaard
Dit is de wapenrok, hierin kon het zwaard steken. Het woord zegt het al: Het lijkt op een rokje!
Wapenschild
Slide 15 - Diapositive
Paard
Zoals je weet, een ridder heeft een paard
Lans
Een lans is een scherp, lang wapen om de tegenstander mee te steken
Schild
Voor extra beschreming heeft een ridder een schild
zwaard
Om jezelf te verdedigen heeft een ridder een zwaard
Slide 16 - Diapositive
Dit is een maliënkolder!
Slide 17 - Diapositive
Toernooi
Ridders oefenden met andere ridders hoe ze moesten vechten.
Dat deden ze op riddertoernooien.
Slide 18 - Diapositive
Hoe herkenden ridders elkaar?
Tijdens een gevecht was een ridder moeilijk te herkennen.
Hij had een helm op, waardoor je zijn gezicht niet kon zien.
Hoe wist je nu wie je vijand was?
Slide 19 - Diapositive
Hoe herkenden ridders elkaar?
Iedere ridder had een andere tekening op zijn schild.
Die tekening noemde je zijn wapen.
En het schild van een ridder noem je daarom het wapenschild.
De ridder koos zelf wat hij erop wilde hebben.
Slide 20 - Diapositive
Waarom stonden op een wapenschild alleen kleuren en plaatjes en geen woorden?
Slide 21 - Question ouverte
Maak je eigen wapenschild, verwerk iets erin wat echt van jou is. Dit kan een tekening van je achternaam zijn of iets wat je heel erg leuk vind!
Help, hoe moet dat?
Maak op een wit blaadje (ongeveer) deze afbeelding. Dit wordt jouw wapenschild. Je mag het tekenen, verven of knippen en plakken, maar vraag wel eerst even aan papa of mama of dat mag!
Digitaal tekenen
Dat kan natuurlijk ook!
Maak in "Microsoft Word" een figuur als deze (vraag om hulp) en probeer met plaatjes en figuurtjes jouw eigen wapenschild te maken.
Slide 22 - Diapositive
Wat droeg een ridder?
nummer 1:
A
zwaard
B
malënkolder
C
helm
D
schild
Slide 23 - Quiz
Wat droeg een ridder?
nummer 2:
A
zwaard
B
malënkolder
C
helm
D
schild
Slide 24 - Quiz
Wat droeg een ridder?
nummer 3:
A
zwaard
B
malënkolder
C
helm
D
schild
Slide 25 - Quiz
Wat droeg een ridder?
nummer 4:
A
zwaard
B
malënkolder
C
helm
D
schild
Slide 26 - Quiz
Hoort het bij een page of een schildknaap?
Maakt het eten klaar voor de ridder.
A
page
B
schildknaap
Slide 27 - Quiz
Hoort het bij een page of een schildknaap?
Vanaf 14 jaar
A
page
B
schildknaap
Slide 28 - Quiz
Hoort het bij een page of een schildknaap?
Verzorgt het paard van de ridder.
A
page
B
schildknaap
Slide 29 - Quiz
Als hulpje van een ridder leerde je ook goede manieren.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quiz
Een meisje moest op haar zevende leren vechten.
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quiz
Hoort het bij een page of een schildknaap?
Gaat met een ridder mee naar gevechten.
A
page
B
schildknaap
Slide 32 - Quiz
Een page is een boek over ridders.
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quiz
Hoort het bij een page of een schildknaap?
Helpt de ridder met het aantrekken van zijn harnas.
A
page
B
schildknaap
Slide 34 - Quiz
Hoort het bij een page of een schildknaap?
Vanaf 7 jaar
A
page
B
schildknaap
Slide 35 - Quiz
Wat is een page?
Slide 36 - Question ouverte
Schrijf drie dingen op die jij vandaag belangrijk vond van deze les.