Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
oefenen paragraaf 2
Slide 1 - Diapositive
Wat is GEEN veiligheidsmaatregel bij het doen van practica?
A
Ramen en deuren sluiten
B
Labjas aan, bril op, haren vast, dichte schoenen aan
C
Tafel zo leeg mogelijk en tas onder tafel
D
Niet eten, niet onnodig lopen, niet rennen
Slide 2 - Quiz
Je hebt een pot waarin een onbekende stof zit.
Op welke manieren kun je veilig bepalen welke stof het is?
A
ruiken
B
proeven
C
testen op brandbaarheid
D
kijken van welk materiaal de pot is gemaakt
Slide 3 - Quiz
Wat betekent dit pictogram
A
Giftig
B
Niet mengen
C
Corrosief
D
Irriterend
Slide 4 - Quiz
Dit pictogram staat voor.....
A
giftig
B
schadelijk
C
bijtend
D
milieugevaarlijk
Slide 5 - Quiz
Wanneer je de brander niet gebruikt om iets te verhitten staat deze op de
A
pauze vlam
B
kleurloze vlam
C
blauw ruisende vlam
D
veilige vlam
Slide 6 - Quiz
waar begin je mee voordat je de brander aansteekt?
A
Luchtring dicht, gasregelknop dicht
B
Luchtring dicht, gasregelknop open
C
Luchtring open, gasregelknop dicht
D
Luchtring open, gasregelknop open
Slide 7 - Quiz
In het figuur hiernaast zijn twee branders afgebeeld. Welke brander zal branden met een gele vlam? En van welke brander zal de vlam de meeste warmte afgeven?
A
gele vlam links & meeste warmte links
B
gele vlam links & meeste warmte rechts
C
gele vlam rechts & meeste warmt links
D
gele vlam rechts & meeste warmte rechts
Slide 8 - Quiz
Hoe steek je de brander veilig aan?
sleep de blokjes in de goede volgorde
controleren of de knoppen dicht zijn
grote gele gastoevoerknop bij de tafel open zetten
lucifer aansteken
lucifer boven brander houden
gasregel knop rustig open draaien
Met de lucht toevoer ring de kleur regelen
Slide 9 - Question de remorquage
Kies uit handeling, waarneming, conclusie. Suiker lost op in water
A
handeling
B
waarneming
C
conclusie
Slide 10 - Quiz
waarneming
conclusie
grijze, vaste stof
suiker lost op
er ontstaan gasbelletjes
De vloeistof kookt bij 80°C
het draadje is van koper
In het flesje zit water
Slide 11 - Question de remorquage
oefenen paragraaf 3
Slide 12 - Diapositive
Faseveranderingen 1 en 4 zijn
A
verdampen en stollen
B
condenseren en vervluchtigen
C
stollen en sublimeren
D
condenseren en stollen
Slide 13 - Quiz
Hiernaast staan twee fasen van een stof weergegeven. Welke fasen worden weergegeven?
A
vast en vloeibaar
B
vloeibaar en gas
C
vast en gas
Slide 14 - Quiz
Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof
Slide 15 - Question de remorquage
Sleep de fase naar de juiste afbeelding van het deeltjesmodel
Vloeibaar
Gas
Vast
Slide 16 - Question de remorquage
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel?
A
Een zuivere stof bestaat uit 2 of meer stoffen en een mengsel uit 1 stof
B
Een zuivere stof bestaat uit 1 stof en een mengsel uit 2 of meer stoffen
Slide 17 - Quiz
Zie de grafiek. Is deze van een zuivere stof of mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 18 - Quiz
Wat is de formule voor dichtheid?
Is dit een zuivere stof of een mengsel?
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 19 - Quiz
Is dit een stoldiagram van een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 20 - Quiz
Noteer onder de verschillende delen van de grafiek de juiste fase, kies uit vaste stof, vloeistof, gas.