Argumentatieschema's

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Argumentatie

Soorten Argumenten: feiten, onderzoek, ervaring, gevoel/emotie, geloof, normen en waarden, vermoedens

Argumentatieschema's:  Argumentatie op basis van..

Zes argumentatieschema's

Autoriteit, gezag

Vergelijking

Voorbeeld

Kenmerk of eigenschap

Oorzaak-gevolg

Voordelen- nadelen

Autoriteit

Je mag niet door rood rijden

want dat staat in de wet.

Autoriteit

Je moet minimaal twee keer per dag je tanden poetsen 

want dat zegt de tandarts

Vergelijking

Je kunt best een voldoende halen voor deze toets 

want Johan is het ook gelukt

Vergelijking

Nederland moet meer investeren in duurzaamheid

want Duitsland doet dat ook.

Voorbeeld

Een topfunctie is haalbaar voor Nederlandse vrouwen 

want Neelie Smit Kroes is jarenlang Eurocommissaris geweest.

Kenmerk of eigenschap

Dat is een goede zanger

want hij zingt altijd zuiver.

Oorzaak - gevolg

Hij heeft een onvoldoende gehaald (gevolg)

want hij heeft niet geleerd (oorzaak)

Oorzaak - gevolg

Dit is een gevaarlijke kruising (oorzaak) 

want er gebeuren hier veel ongelukken (gevolg)

Voordelen-nadelen

Laten we deze zomer op vakantie naar Frankrijk gaan (advies/wens/keuze) 

want dan hebben we de grootste kans op mooi weer

(voordeel/nadeel)

Voordelen-nadelen

Je moet je huiswerk maken (waarderend) 

want anders zul je nooit een voldoende halen

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?

Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.

1. Voorbeeld
2. Oorzaak-gevolg
3. Vergelijking
4. Autoriteit

Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.

1. Autoriteit
2. Oorzaak-gevolg
3. Voordelen-nadelen
4. Voorbeeld

Mobieltjes zijn verboden tijdens de les, anders hebben de leerlingen totaal geen aandacht voor wat de docent uitlegt.

1. Kenmerk of eigenschap
2. Voordelen-nadelen
3. Vergelijking
4. Oorzaak-gevolg

Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.

1. Voordelen-nadelen
2. Vergelijking
3. Kenmerk-eigenschap
4. Oorzaak-gevolg

Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.

1. Voordelen-nadelen
2. Kenmerk of eigenschap
3. Vergelijking
4. Autoriteit

retorische middelen

Anafoor, anticlimax, antithese, climax, drieslag, enumeratio, eufemisme, hyperbool, ik-boodschap, ironie, litotes, metafoor, paradox, repetitio, retorische vraag, stroman, suggestieve opmerkingen, tautologie, understatement, vergelijking, woordspeling, zelfcorrectie.

retorica

Retorica is toepasbaar in geschreven teksten en het gesproken woord. Je gebruikt retorische middelen om je overtuiging zo effectief mogelijk over te brengen.

Iemand heeft het gedaan. Iemand moet de waarheid weten. Iemand is schuldig.

1. anafoor
2. climax
3. repetitio
4. drieslag

Ik sta al eeuwen op je te wachten

1. eufemisme
2. ironie
3. hyperbool
4. vergelijking

Het gaat om eerlijkheid, trouw en respect!

1. climax
2. drieslag
3. metafoor
4. enumeratio

Een kleine stap voor een man een grote stap voor de mensheid

1. climax
2. ironie
3. hyperbool
4. antithese

Mijn liefde voor jou is voor altijd en eeuwig

1. metafoor
2. tautologie
3. vergelijking
4. woordspeling

Die dictator is een onvriendelijk mannetje

1. Understatement
2. Hyperbool
3. eufemisme
4. litotes

Deze wijk heeft best veel probleemjongeren

1. hyperbool
2. eufemisme
3. litotes
4. woordspeling

Dat is geen slecht idee!

1. Climax
2. Metafoor
3. Litotes
4. Vergelijking

Iemand heeft me verteld dat dat het een goede film is.

1. ik-boodschap
2. tautologie
3. paradox
4. stroman

Schrijven is schrappen

1. ironie
2. climax
3. paradox
4. vergelijking

Het leven is een weg met kuilen en hobbels

1. metafoor
2. litotes
3. woordspeling
4. vergelijking