LO 1 BALO - specifieke ontwikkelingsdoelen - deel 2

• didactiek lichamelijke opvoeding
• Hoger onderwijs

Snel reageren in de LO-les oefenen we op verschillende prikkels: auditieve, visuele of … prikkels.

Wat betekent "tonus"?

1. gelijktijdig bewegen
2. bewegingen dissociëren
3. de spanning die in de spier aanwezig is
4. op de juiste toon bewegen

Waar of niet waar?
"Tijdens inspanning adem je best in door je mond."

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
"De uitademing duurt best langer dan de inademing."

1. waar
2. niet waar

Geef het juiste woord voor:
"de verplaatsingsrichting en de snelheid
van iets of iemand in beweging"

ZICH BEWEGEN IN DE RUIMTE

ZICH BEWEGEN IN DE TIJD

omgaan met duur

omgaan met richting

vertrekken van aan je eigen touw, snel de 4 buitenlijnen tikken van het volleybalveld + terugkeren naar je eigen touw

stappen op het ritme van de handtrom

een aantal bewegingen in een bepaalde volgorde uitvoeren

omgaan met tempo

ballen in verschillende manden werpen/mikken (zowel dichtbij als verder af)

snelheid

uithouding

dynamische kracht

spiersoepelheid

gewrichts-beweeglijkheid

statische kracht

een krachtinspanning waarbij gewichtjes of het eigen lichaamsgewicht bewogen wordt tegen de invloed van de zwaartekracht 

uitrekkingsmogelijkheid van de spieren

een inspanning van matige intensiteit gedurende een lange tijd kunnen volhouden zonder een groot tekort aan zuurstof

de wijdte van bewegingen die een bepaald gewricht toelaat

krachtinspanning waarbij het voorwerp of het eigen lichaam niet verplaatst wordt

het vlug kunnen uitvoeren van bewegingen in een korte tijdsspanne

Bij welke invalshoek hoort volgende opdracht voornamelijk thuis?
"steek per 2 - verbonden met elkaar - de zaal over met 2 voeten en 3 handen op de grond"

1. 3 - zich bewegen in de tijd
2. 4 - oplossen van bewegingsproblemen
3. 5 - fysieke fitheid ontwikkelen
4. 6 - zich expressief en communicatief bewegen

Bij welke invalshoek hoort volgende opdracht voornamelijk thuis?
"per 2 : ping pong balletjes wegblazen naar een gat in kartonnen doos"

1. 1 - zich in beweging aanvoelen en organiseren
2. 2 - zich bewegen in de ruimte
3. 5 - fysieke fitheid ontwikkelen
4. 7 - omgaan met sensorische prikkels

Het spelletje "Commando pinkelen" plaatsen we
in invalshoek 1 "Zich in beweging aanvoelen en organiseren." Bij welk deelaspect past dit het beste?

1. evenwicht bewaren
2. lichaamsassen en lichaamshoudingen aanvoelen en hanteren
3. lateraliteit en voorkeurlichaamszijde aanvoelen en hanteren
4. bewegingen afremmen

Welk ander deelaspect uit invalshoek 1 komt hier zeker ook nog aan bod?

"De bal in een frietzakje werpen of opvangen"
Bij welk deelaspect past deze opdracht het beste?