Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
week 44 werkwoorden -ar
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
terminar la tarea 3
los verbos -ar
Martes, 2 de noviembre
¿Qué tal las vacaciones?
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
terminar la tarea 3
los verbos -ar
Martes, 2 de noviembre
¿Qué tal las vacaciones?
Slide 1 - Diapositive
2 de noviembre
Slide 2 - Diapositive
flor de cempasúchil
calavera
papel picado
Slide 3 - Diapositive
Hoe heet je?
Slide 4 - Question ouverte
¿Waar woon je?
Slide 5 - Question ouverte
Hoe oud ben je?
Slide 6 - Question ouverte
Geef antwoord:
¿De dónde eres?
Slide 7 - Question ouverte
Geef antwoord:
¿Cuándo es tu cumpleaños?
Slide 8 - Question ouverte
Geef antwoord:
¿Cuál es tu número de teléfono?
Slide 9 - Question ouverte
maart
Slide 10 - Question ouverte
november
Slide 11 - Question ouverte
22
Slide 12 - Question ouverte
31
Slide 13 - Question ouverte
27
Slide 14 - Question ouverte
A trabajar
Maak: uit je LA: pág. 21 ej. 6
uit je module: pág. 33 ej. A, B, C
timer
15:00
Slide 15 - Diapositive
A corregir
Slide 16 - Diapositive
uitwerking
LA pág. 21 ej. 6
a. treinta
b. siete
c. ocho
d. diez
e. veintiséis
f. veintidos
A.
1. diecinueve
2. diez
3. dieciocho
4. catorce
5. dieciséis
6. catorce
B.
1. inglesa
2. francés
3. español
4. alemanes
5. suizo
6. portuguesa
7. rusos
C.
1. el once de octubre
2. el veinte de enero
3. el cinco de diciembre
4. el dieciocho de agosto
5. el catorce de febrero
6. el diecisiete de julio
Slide 17 - Diapositive
Paises y nacionalidades LA: pág. 20 ej. 1 y 2
Landen hebben een
hoofdletter
--> España (Spanje), de inwoners en de taal hebben een
kleine lette
r --> el español (het Spaans/de Spanjaard)
De vrouwelijke inwoner krijgt een
-a
achter de mannelijke vorm: el holandés - la holandesa (de Nederlander - de Nederlandse)
Of de
-o
verandert in een
-a
: el suizo - la suiza (De Zwitser - de Zwitserse)
Voor het
meervoud
gelden dezelfde regels als voor de zelfstandige naamwoorden:
el español el holandés
los españoles
los holandeses
Leerdoel: landen en nationaliteiten
Módulo pág. 31
Slide 18 - Diapositive
Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
3 groepen regelmatige werkwoorden:
Werkwoorden die eindigen op:
-AR
-ER
-IR
regelmatig wil zeggen dat je al deze werkwoorden op dezelfde manier vervoegt.
Tarea 4: DE WERKWOORDEN
Módulo pág. 35, 36
Slide 19 - Diapositive
Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
Stap 1
: De stam vinden. Dit doe je door de -AR aan het einde eraf te halen.
Dus de stam van hablar wordt dan:
habl
Stap 2
: Zet de juiste uitgang achter de stam.
Werkwoorden vervoegen
Módulo pág. 35, 36
Slide 20 - Diapositive
Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
yo
tú
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
ik
jij
hij, zij, u
wij
jullie
zij, u
De persoonlijke voornaamwoorden
ZORG ERVOOR DAT JE DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN IN HET SPAANS KENT!!!!!
Slide 21 - Diapositive
yo
tú
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
De uitgangen van de -AR werkwoorden
habl
o
habl
as
habl
a
habl
amos
habl
áis
habl
an
hablar = praten stam: habl
ar
Slide 22 - Diapositive
Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
Probeer het nu zelf met de volgende werkwoorden: schrijf in je schrift
- trabajar = werken
- estudiar = studeren
- escuchar = luisteren
Slide 23 - Diapositive
yo
tú
él, ella, ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, uds.
trabajo
trabajas
trabaja
trabajamos
trabajáis
trabajan
estudio
estudias
estudia
estudiamos
estudiáis
estudian
escucho
escuchas
escucha
escuchamos
escucháis
escuchan
uitwerkingen
Slide 24 - Diapositive
A trabajar
Maak van je module:
pág. 38 opdracht A en B
Klaar? oefen met de sleepvragen
in de volgende dia's.
Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
Noteer in je leefboek
dinsdag 16 november:
SO tarea 3 en 4.1
LET OP: 9 november geen les
Leerdoelen bekijken en eventueel inschrijven voor FLEXLES!!
Slide 25 - Diapositive
uitwerking
Tarea 4.3
Ej. A
estudiar
estudio
estudias
estudia
estudiamos
estudiáis
estudian
trabajar
trabajo
trabajas
trabaja
trabajamos
trabajáis
trabajan
hablar
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
Ej. B
1. habláis
2. estudiamos
3. trabajas
4. charlamos
5. bailan
6. canta
7. termino
8. trabajáis
Slide 26 - Diapositive
Sleep de Spaanse vertaling naar het bijpassende Nederlandse persoonlijke vnw.
ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij (mv)
u (mv)
tú
vosotros
él
ustedes
yo
ellos
nosotros
ella
usted
Slide 27 - Question de remorquage
Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?
nosotros
yo
él, ella, ud.
tú
vosotros
ellos, ellas, uds.
áis
o
amos
as
an
a
Slide 28 - Question de remorquage
Klik aan:
bailar
buscar
estudiar
hablar
trabajar
Kies: presente
Klik in de volgende dia op de link om naar verbuga te gaan.
Slide 29 - Diapositive
www.verbuga.eu
Slide 30 - Lien
Slide 31 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
week 44 - SO, nationaliteiten, werkwoorden -ar
Octobre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 45 werkwoorden -ar
Novembre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 42 les1 werkwoorden -ar
Octobre 2020
- Leçon avec
14 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 44 So en werkwoorden -ar
Octobre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 46 - verbos -AR, SER, repaso
Novembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 45 - verbos -AR, SER, repaso
Novembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 42 les1 werkwoorden -ar
Octobre 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 49 lntroductie module 2 en voorkeur aangeven
Décembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1