week 42 les1 werkwoorden -ar

Martes, 13 de octubre
¿Qué vamos a hacer
  • verbos -ar
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Martes, 13 de octubre
¿Qué vamos a hacer
  • verbos -ar

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel: werkwoorden vervoegen
Tarea 4: 
DE WERKWOORDEN
LessonUp

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn werkwoorden?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is vervoegen?

Slide 4 - Carte mentale

Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 5 - Carte mentale

Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
3 groepen regelmatige werkwoorden:
Werkwoorden die eindigen op:
             -AR
             -ER
             -IR
regelmatig wil zeggen dat je al deze werkwoorden op dezelfde manier vervoegt. 

Slide 6 - Diapositive

Leerdoel: werkwoorden vervoegen
Módulo página 36
Bekijk het filmpje. 

Slide 7 - Diapositive

Vervoegen: welke stappen zet je?

Slide 8 - Carte mentale

Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
Stap 1: De stam vinden. Dit doe je door de -AR aan het einde eraf te halen. 
Dus de stam van hablar wordt dan:
habl
Stap 2: Zet de juiste uitgang achter de stam. 
Werkwoorden vervoegen

Slide 9 - Diapositive

Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
ik
jij
hij, zij, u
wij
jullie
zij, u
De persoonlijke voornaamwoorden
ZORG ERVOOR DAT JE DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN IN HET SPAANS KENT!!!!!

Slide 10 - Diapositive

yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
De uitgangen van de -AR werkwoorden
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
hablar = praten  stam: hablar

Slide 11 - Diapositive

Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen
Probeer het nu zelf met de volgende werkwoorden: schrijf in je schrift
          - trabajar = werken
          - estudiar = studeren
          - escuchar = luisteren

Slide 12 - Diapositive

yo
él, ella, ud.
nosotros
vosotros
ellos, ellas, uds.
trabajo
trabajas
trabaja
trabajamos
trabajáis
trabajan
estudio
estudias
estudia
estudiamos
estudiáis
estudian
escucho
escuchas
escucha
escuchamos
escucháis
escuchan
uitwerkingen

Slide 13 - Diapositive

ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij (mv)
u (mv)
vosotros
él
ustedes
yo
ellos
nosotros
ella
usted

Slide 14 - Question de remorquage

Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
áis
o
amos
as
an
a

Slide 15 - Question de remorquage

DEBERES
voor donderdag 15 oktober 6e uur
leren vervoeging werkwoorden -ar
Zie tarea 4.1 (blz. 36 en 37 module)
Bekijk het filmpje met de uitleg

voor donderdag 5 november:
SO over tarea 3 + werkwoorden -ar + ser

Slide 16 - Diapositive