Ambtsdwang / wederspannigheid

• WKPV-1
• MBO
• Studiejaar 1

Opdracht Ambtsdwang en wederspannigheid

Beantwoord de vragen bij de onderstaande casussen.

Casus 1

Piet wordt door jou als bevoegde opsporingsambtenaar aangehouden omdat hij tegen een fiets aan staat te trappen. De fiets is niet van de man. Op het moment dat jij hem zegt dat hij is aangehouden, loopt hij weg. Vervolgens pak jij hem vast, waarop hij jou een klap geeft.

1. Is het verzet of dwang gericht tegen een ambtenaar?

2. Is er sprake van een rechtmatige ambtshandeling?

3. Is de ambtshandeling al begonnen?

4. Op welke manier vindt het verzet (bedreiging met geweld/gebruik van
geweld) of de dwang (bedreiging met geweld/gebruik van geweld of
bedreiging met een feitelijkheid/gebruik van een feitelijkheid) plaats?

5. Indien gepleegd tegen een burger: was er sprake van een verzoek van een bevoegd handelend ambtenaar of was de burger vanuit wettelijk voorschrift verplicht de ambtenaar bij te staan?

6. Is er sprake van ambtsdwang of wederspannigheid?

Casus 2

Twee bevoegde opsporingsambtenaren zien een auto fout geparkeerd staan. Ze lopen naar de auto toe om een bekeuring uit te delen. Voordat ze hiermee begonnen zijn komt er een man naar ze toegelopen die zegt: ‘als je een bekeuring uit gaat delen, sla ik je kop van je romp’.

1. Is het verzet of dwang gericht tegen een ambtenaar?

2. Is er sprake van een rechtmatige ambtshandeling?

3. Is de ambtshandeling al begonnen?

4. Op welke manier vindt het verzet (bedreiging met geweld/gebruik van
geweld) of de dwang (bedreiging met geweld/gebruik van geweld of
bedreiging met een feitelijkheid/gebruik van een feitelijkheid) plaats?

5. Indien gepleegd tegen een burger: was er sprake van een verzoek van een bevoegd handelend ambtenaar of was de burger vanuit wettelijk voorschrift verplicht de ambtenaar bij te staan?

6. Is er sprake van ambtsdwang of wederspannigheid?

Casus 3

Jij bent als bevoegd opsporingsambtenaar op surveillance. Je ziet dat iemand een fiets probeert te stelen. Als je deze persoon aan wilt houden, gaat deze er vandoor. Een omstander grijpt de verdachte vervolgens vast. De verdachte slaat deze omstander vervolgens vol in zijn gezicht.

1. Is het verzet of dwang gericht tegen een ambtenaar?

2. Is er sprake van een rechtmatige ambtshandeling?

3. Is de ambtshandeling al begonnen?

4. Op welke manier vindt het verzet (bedreiging met geweld/gebruik van
geweld) of de dwang (bedreiging met geweld/gebruik van geweld of
bedreiging met een feitelijkheid/gebruik van een feitelijkheid) plaats?

5. Indien gepleegd tegen een burger: was er sprake van een verzoek van een bevoegd handelend ambtenaar of was de burger vanuit wettelijk voorschrift verplicht de ambtenaar bij te staan?

6. Is er sprake van ambtsdwang of wederspannigheid?

Casus 4

Hans is bevoegd opsporingsambtenaar. Op straat komt hij een groep jongeren tegen. Hij wil dat de groep vertrekt en vraagt hen weg te gaan. Als één van de jongeren dat niet doet, houdt hij hem aan. De jongere zegt vervolgens ‘als je me nu niet loslaat, sla ik je tanden uit je bek’.

1. Is het verzet of dwang gericht tegen een ambtenaar?

2. Is er sprake van een rechtmatige ambtshandeling?

3. Is de ambtshandeling al begonnen?

4. Op welke manier vindt het verzet (bedreiging met geweld/gebruik van
geweld) of de dwang (bedreiging met geweld/gebruik van geweld of
bedreiging met een feitelijkheid/gebruik van een feitelijkheid) plaats?

5. Indien gepleegd tegen een burger: was er sprake van een verzoek van een bevoegd handelend ambtenaar of was de burger vanuit wettelijk voorschrift verplicht de ambtenaar bij te staan?

6. Is er sprake van ambtsdwang of wederspannigheid?