5.1 Mengen op macroniveau

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

5.1 Mengen op macroniveau

Planning

• Mengen op macroniveau
• Duurzaamheid bij scheikunde 
• Practicum 

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat macro- en micro-niveau beide inhouden.
  
• Ik kan uitleggen wat hydrofiele en hydrofobe stoffen betekenen.
  
• Ik kan uitleggen wat het verband is tussen het hydrofobe gedeelte van een stof (wanneer hij gedeeltelijk hydrofiel is en gedeeltelijk hydrofoob) en zijn/haar oplosbaarheid in het oplosmiddel (hydrofiel of hydrofoob).
  
• Ik kan uitleggen waarom een hydrofiele of hydrofobe stof wel/niet oplost in water.
  

Macro niveau: het niveau van de waarneembare stofeigenschappen; je rekent met bv. massa,                                       volume, temperatuur

Micro niveau: het niveau van de deeltjes; je rekent met de atoommassa en de molecuulmassa

Micro & macro niveau

Hydrofiel & hydrofoob

      Hydrofiel                                                                              Hydrofoob

-fiel: houden van               Hydro-: water                    -foob: bang van 

Hydrofiel

• Stoffen lossen goed op in water en lossen onderling ook goed op.

• Voorbeelden koolwaterstoffen:
  

       Alkanolen met een korte koolstofketen (bv. ethanol)

       Alkaanamines met een korte koolstofketen

       Carbonzuren met een korte koolstofketen (bv. azijnzuur)

? Wat gebeurt er bij langere koolstofketens?

? Wat zijn kenmerken van een oplossing?

Hydrofoob

• Stoffen lossen niet of slecht op in water.
  
• Voorbeelden koolwaterstoffen:
  

        Alkanen
        Alkenen
       Cycloalkanen 

Hydrofiel en hydrofoob

• Hydro = water
• fiel = lievend
• foob = angst

• Stoffen die goed mengen/oplossen in water = hydrofiel
• Stoffen die slecht mengen/oplossen in water = hydrofoob

• Hydrofiel en hydrofoob zijn termen op macroniveau.

Duurzaamheid bij scheikunde 

Crisis?

De Club van Rome voorspelde in de jaren 60 al een tekort aan fossiele brandstoffen. 

Crisis?

De Club van Rome voorspelde in de jaren 60 al een tekort aan fossiele brandstoffen. Is het niet meer?

Eén daarvan is het opwarmen van de aarde door het broeikaseffect, veroorzaakt door de

vorming van CO2, ook ‘global warming’ genoemd.

De oplossing 

Global warming is een groot probleem. Maar als je eenmaal de luxe van een auto, elektriciteit in huis of schoon drinkwater gewend bent, dan wil je niet meer zonder. De oplossingen moeten daarom van de kant van de technologie komen. 

Maar zijn er oplossingen? Waar wordt momenteel aan gewerkt? En waarom zijn vakken als scheikunde, natuurkunde en biologie daarbij zo belangrijk?

8000 liter water per dag produceren

Proef van 5.1 + proef van de duurzaamheid.  

Aan de slag

H: 9

B: 7,8, 10 t/m 13, 15

V: 14

Huiswerk voor na de vakantie!