week 2 les 1

Typ het woord dat je hoort
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Typ het woord dat je hoort

Slide 1 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 2 - Question ouverte

Myra houdt van spaghetti
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 3 - Quiz

Sofia sprintte naar buiten
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 4 - Quiz

Daar kwam een luchtballon aangezweefd.
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 5 - Quiz

Luister je goed?
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon

Slide 6 - Quiz

Het werd licht.
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon

Slide 7 - Quiz

Ik zal iets vertellen.
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon

Slide 8 - Quiz

Luistert u ook?
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon

Slide 9 - Quiz

Hij kwam op tijd.
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon

Slide 10 - Quiz

Zij was blij.
A
1e persoon
B
2e persoon
C
3e persoon

Slide 11 - Quiz

Scheiden
t.t...........u ook afval?

Slide 12 - Question ouverte

douchen
t.t. Ik.......altijd

Slide 13 - Question ouverte

douchen
t.t. Jij.......altijd

Slide 14 - Question ouverte

kriebelen
v.t. De trui..........echt enorm.

Slide 15 - Question ouverte

kneuzen
v.t. Ik..........mijn hand.

Slide 16 - Question ouverte

groeien
Ik ben uit mijn kleren.......

Slide 17 - Question ouverte

opladen
Heeft hij de batterij ...........?

Slide 18 - Question ouverte

kneuzen
De..........hand

Slide 19 - Question ouverte

opladen
De...........batterij

Slide 20 - Question ouverte