2.) H6 warmte paragraaf 2 chemische energie

H6 energie
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H6 energie

Slide 1 - Diapositive

paragraaf 2

chemische energie (al besproken in paragraaf 1)

Werking gasbrander

Volledige en onvolledige verbranding 

Indicatoren

MAC-waarde

Kelvin omrekenen


Slide 2 - Diapositive

gasbrander aansteken

Slide 3 - Diapositive

gasbrander

* in een gasbrander wordt methaan verbrand

* luchtregelring bepaald de kleur en temperatuur van de vlam.

 luchtregelring dicht:
dan verbrand aardgas onvolledig (tekort aan zuurstof) —> gele vlam (dit heet de pauzevlam) 
Je mag nooit verwarmen met de pauzevlam, omdat: 
1.) niet warm genoeg
2.) er ontstaat roet aanslag op de practicum materialen

Luchtregelring open:
Dan verbrand aardgas volledig (voldoende zuurstof) —> blauwe of kleurloze vlam

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

volledige en onvolledige verbranding
Voor de verbranding van brandstoffen is zuurstof nodig. Bij voldoende zuurstof verbranden brandstoffen volledig. Bij volledige verbranding ontstaan de gassen waterdamp en koolstofdioxide, dit zijn onschuldige gassen. wanneer er te weinig zuurstof is, dan verbranden brandstoffen onvolledig. bij onvolledige verbranding ontstaan de gassen waterdamp, koolstofmono-oxide en er ontstaat een vaste zwarte stof, namelijk: roet. koolstofmono-oxide is een zeer giftig en dodelijk gas dat je niet kunt waarnemen, omdat het geen kleur, geur en smaak heeft die wij mensen kunnen waarnemen.

Slide 8 - Diapositive

volledige en onvolledige verbranding
Luchtring open: volledige verbranding:

* blauwe vlam
* voldoende zuurstof
* reactie: 
brandstof + zuurstof (gas) —> koolstofdioxide (gas) + water (gas)

Luchtring dicht: onvolledige verbranding:

* gele (oranje) vlam
* onvoldoende zuurstof
* reactie:
brandstof + zuurstof (gas) —> koolstofmono-oxide (gas) + water (gas) + roet

Slide 9 - Diapositive

indicatoren
Een indicator is een stofje waarmee je de aanwezigheid van een andere stof kunt aantonen. Wanneer je koolstofdioxide wilt aantonen, dan gebruik je hiervoor de indicator “helder kalkwater”. als helder kalkwater in aanraking komt met koolstofdioxide dan wordt het troebel. helder kalkwater is dus de indicator voor koolstofdioxide. kopersulfaat (witte vaste stof) is de indicator voor water. kopersukfaat wordt namelijk blauw bij aanraking met water.


Slide 10 - Diapositive

indicatoren
Een indicator is een stofje waarmee je de aanwezigheid van een andere stof kunt aantonen

helder kalkwater is de indicator voor koolstofdioxide en wordt bij aanraking met koolstofdioxide troebel.

kopersulfaat (witte vaste stof) is de indicator voor water en wordt bij aanraking met water blauw.

Slide 11 - Diapositive

Met welke vlam verwarm je vloeistoffen in een indampschaaltje?
A
Gele vlam
B
Kleurloze vlam
C
Blauw ruisende vlam

Slide 12 - Quiz

Hoe regel je de kleur van de vlam
A
Gaskraan
B
Gasknop
C
Luchtregelring
D
Door goed te ventileren

Slide 13 - Quiz

Met welke kraan, knop of ring regel je of de brander het aardgas volledig verbrand.
A
Gaskraan
B
Gasregelknop
C
Luchtring

Slide 14 - Quiz

Welk gas ontstaat er NIET bij onvolledige verbranding.
A
Koolstofmonoxide-oxide
B
Koolstofdioxide
C
Waterdamp
D
Roet

Slide 15 - Quiz

Bekijk de afbeelding en beantwoord de volgende vraag: was er in het huis sprake van volledige of onvolledige verbranding?
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Dat kun je niet zeggen

Slide 16 - Quiz

Waarom noemt men CO gas (koolstofmonoxide-oxide) een sluipmoordenaar?
A
Je kunt het niet zien
B
Je kunt het niet ruiken
C
Je kunt het niet proeven
D
Al deze antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quiz

MAC-waarde
MAC-waarde staat voor maximaal aanvaardbare concentratie.

De MAC-waarde geeft aan hoeveel er van een bepaalde stof in een ruimte aanwezig mag zijn zonder dat dit gezondheidsproblemen geeft.

Bijv. 

MAC-waarde asbest 5mg/m^3
Dan mag er in een ruimte van 1m^3 dus niet meer dan 5mg asbest aanwezig zijn.
Is de ruimte groter, bijv. 10m^3 dan ga er dus 10 x zo veel (5 x 10 = 50mg) asbest aanwezig zijn.

Slide 18 - Diapositive

MAC-waarde
Tim gaat bij scheikunde een brander practicum doen waarbij  12 branders even op de pauzevlam staan, hierbij ontstaat in totaal 96 mg CO-gas. Het lokaal is 11,0m lang, 7,5m breed en 3,0m hoog.De MAC-waarde voor CO-gas is 10mg/m^3. Zijn de leerlingen in gevaar bij deze concentratie CO-gas?

Slide 19 - Diapositive