presentaties1v1
1 / 14
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Slide 4 - Question ouverte
Er zit altijd een lijdend voorwerp in de zin
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat is het LV in deze zin: De hovenier zal de leiboom gesnoeid hebben
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Wat is het mv:
Zij heeft het ons toch verteld
Zij heeft het ons toch verteld
A
ons
B
zij
C
aan ons
Slide 8 - Quiz
Het meewerkend voorwerp is altijd een 'wie'.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Verdeel met streepjes de zin in zinsdelen:
De verdwaalde toerist vroeg de weg aan de politieagent.
De verdwaalde toerist vroeg de weg aan de politieagent.
Slide 10 - Question ouverte
PV
OW
LV
MV
De verdwaalde toerist
vroeg
aan de politieagent
de weg
