Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
221128_M2A_grammatica_mv
Ga rustig op je plek zitten.
Spullen op tafel.
Zet je tas op de grond.
Pak je leesboek en ga 5 minuten lezen.
1 / 14
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
14 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Ga rustig op je plek zitten.
Spullen op tafel.
Zet je tas op de grond.
Pak je leesboek en ga 5 minuten lezen.
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
-grammatica: herhalen zinsdelen benoemen en lv
-grammatica H4: meewerkend voorwerp
-zelf werken; opdrachten uit het boek
-planning woensdag
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
-Aan het eind van deze les kun je de volgende zinsdelen benoemen:
pv (persoonsvorm)
ow (onderwerp)
wg (werkwoordelijk gezegde)
lv (lijdend voorwerp)
mv (meewerkend voorwerp)
Slide 3 - Diapositive
Zinsdelen
De verdwaalde toerist vroeg de weg aan de politie.
Vind: pv - ow - wg - lv
Slide 4 - Diapositive
Theorie MV
Het mv. geeft aan voor wie iets bestemd is of aan wie iets verteld of gegeven wordt.
Een mv. kan beginnen met
aan
, maar het hoeft niet.
Als het niet met
aan
begint, kun je het er meestal wel voor zetten.
Slide 5 - Diapositive
Zo vind je het meewerkend voorwerp:
Noteer pv, ow, wg en lv.
Stel de vraag:
Aan
wie + wg + ow+ lv?
Het antwoord is het mv.
Controleer tenslotte of je
aan
kunt weglaten of toevoegen:
Bijvoorbeeld:
Wouter/ heeft / een vraag / aan mij (mv) / gesteld.
Wouter / heeft / mij (mv) / een vraag / gesteld.
Slide 6 - Diapositive
Meewerkend voorwerp
aan wie/voor wie + wwg + ond + lv
Slide 7 - Diapositive
Staat er een meewerkend voorwerp in de zin?
En zo ja, wat is dan het mv?
De koning leest aan heel het land de troonrede voor.
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Staat er een meewerkend voorwerp in de zin?
En zo ja, wat is dan het mv?
De juf gaf de kinderen een afscheidscadeautje.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Staat er een meewerkend voorwerp in de zin?
En zo ja, wat is dan het mv?
De vlag hangt aan de brug.
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Aan de slag!
Maak: opdracht startopdracht, 1, 2 en 5 blz. 106-107.
Hoe: in je schrift.
Hoe lang: 10 minuten.
Hulp: theorie blz. 106.
Klaar: lezen.
Niet af = huiswerk.
timer
10:00
Slide 11 - Diapositive
Zinsdelen
De verdwaalde toerist vroeg de weg aan de politie.
Vind: pv - ow - wg - lv
Slide 12 - Diapositive
Einde les
Als het goed is, kun je nu de volgende zes zinsdelen aanwijzen in een zin:
pv (persoonsvorm)
ow (onderwerp)
wg (werkwoordelijk gezegde)
lv (lijdend voorwerp)
mv (meewerkend voorwerp)
Slide 13 - Diapositive
Woensdag
Herhalen grammatica.
Nieuw: bijwoordelijke bepaling.
Vrijdag: oefenen presentatie.
Slide 14 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
221130_M2A_grammatica_bwb
Novembre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
week 6 - les 6 - herh H5 + start verslag maken
Février 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Klas 2 Grammatica zinsdelen H1
Novembre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
les 4 meewerkend voorwerp
Novembre 2020
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Meewerkend Voorwerp
Juin 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
grammatica zinsdelen: meewerkend voorwerp
Novembre 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
B1L Grammatica zinsdelen: meewerkend voorwerp
Mai 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
presentaties1v1
Janvier 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1