Lezen 3.1 en 3.2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Tekstdoelen

Informatieve en instructieve teksten

* Informatieve teksten : geven informatie

         * denk aan: nieuwsberichten , voorlichtingsfolders

*  Instructieve teksten : geven een instructie (hoe het moet)

         * denk aan: handleidingen , recepten

Verschillende informatieve teksten

Kenmerken instructie

• Stapsgewijze uitleg wat je moet doen
  
• Stappen worden aangegeven met cijfers en/of signaalwoorden
• Er worden vaak korte zinnen gebruikt, beginnend met een werkwoord
• Het resultaat van een stap wordt beschreven (vaak ook door middel van afbeeldingen)

Wat hoort niet bij informatieve teksten?

1. Schoolboeken
2. Krantenartikelen
3. Stripboeken
4. Voorlichtingsfolder

Wat is het doel van:
mail van je slb'er hoe je teams moet installeren op je laptop?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Overhalen

Nieuwsbericht over nieuwe studiefinaciering

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. overhalen

Je werkt als personal trainer en zet een trainingsschema op papier.

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Overhalen

Waar moet je op letten om te weten of de tekst betrouwbaar is?

1. wie is de schrijver?
2. de bron (waar komt de informatie vandaan)
3. hoe oud is de informatie?
4. kun je de informatie controleren?

Welke instructieve teksten ben je op je stage/werk tegengekomen?

De opdrachten:

• Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel LEZ3 , paragraaf 3.1 

Opdracht 1 - 2 - 3 & examenopdracht

Onderdeel LEZ3 , paragraaf 3.2

Opdracht 1 - 2 - 3 & examenopdracht

Check lesdoelen

Je kunt informatieve teksten herkennen en begrijpen

Je kunt instructieve teksten herkennen en begrijpen

Volgende les

 §3.3 Infographics