1AH - 11/4 - bron E - chapitre 2

Aujourd'hui...
  • Werkwoorden op -er
  • Regarder un vidéo
  • Exercices

Doel: aan het einde van de les ken je woorden die te maken hebben met iets kopen.
Lundi 11 avril
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui...
  • Werkwoorden op -er
  • Regarder un vidéo
  • Exercices

Doel: aan het einde van de les ken je woorden die te maken hebben met iets kopen.
Lundi 11 avril

Slide 1 - Diapositive

Werkwoorden 
op -er?!

Slide 2 - Diapositive

Stap 1: De stam
De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans

Slide 3 - Diapositive

je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
Stap 2:
Uitgangen

Zet de juiste uitgang achter de stam.

Slide 4 - Diapositive

Je / J'
Tu
il / elle / on
Nous
Vous
ils / elles
e
es
e
ons
ez
ent

Slide 5 - Question de remorquage

Zet in de goede vorm:
(trouver) Je..

Slide 6 - Question ouverte

Zet in de goede vorm:
(aimer) Nous..

Slide 7 - Question ouverte

Zet in de goede vorm:
(chercher) Elles.

Slide 8 - Question ouverte

Regarder
1. Page 78
2. Regarder + exercice 20abc
3. Exercice 21 + 22

Slide 9 - Diapositive

Tu manges comment?
Maak een digitale poster van wat je per dag eet (ontbijt, lunch, avondeten en tussendoor). Gebruik je iPad hiervoor en het internet om plaatjes op te zoeken van het eten wat je vaak eet. De tekst hoeft er niet bij: dit vertel je erbij. 

Slide 10 - Diapositive

Parler de ton poster
Au petit déjeuner (het onbijt) je mange...
Au déjeuner (de lunch) je mange...
Au diner (het avondeten) je mange...
Comme snacks je mange...

Slide 11 - Diapositive

Werkwoorden op -er
We gaan de werkwoorden op -er herhalen.
1. Ga naar www.verbuga.eu
2. Zet bij werkwoorden: aimer,  chercher, donner, essayer, parler, regarder
3. Zet bij tijden: présent

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive