2AH - 14/11 - werkwoorden op -er - c.2

Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)

Prends tes affaires
(pak je spullen)

Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)


1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue
Assieds-toi
(ga zitten)

Prends tes affaires
(pak je spullen)

Ton iPad est éteint
(je iPad is uit)


Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui
  • Werkwoorden op -er
  • spreken in duo's over je woonhuis
vendredi le 8 décembre
Leerdoel: Ik kan een werkwoord op      
-er herkennen en vervoegen.
Ik kan een gesprek voeren over mijn woning.
Salut 2HA
dune Pilat

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

                                            Bron H- chapitre 2
WERKWOORDEN OP -ER

Slide 4 - Diapositive

REGELmatige werkwoorden
'regelmatig' omdat...
  • je alle werkwoorden die eindigen op -er op dezelfde manier vormt.
  • er vaste regels zijn om de werkwoorden te vormen.
  • je aan elke vorm kunt zien bij welk werkwoord het hoort. 

Slide 5 - Diapositive

Ken je al een paar werkwoorden op -er?
werkwoorden op -er

Slide 6 - Carte mentale

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

Slide 7 - Diapositive

Hoe vervoeg je een 
werkwoord op -er?!
Je volgt 2 stappen.

Stap 1: je neemt de stam van het werkwoord 

Stap 2: je zet er een uitgang achter. 

Slide 8 - Diapositive

Stap 1: De stam
De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans

Slide 9 - Diapositive

je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
Stap 2:
Uitgangen

Zet de juiste uitgang achter de stam.

Slide 10 - Diapositive

Laten we oefenen!

Slide 11 - Diapositive

Wat is de stam van parler?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de stam van marcher?

Slide 13 - Question ouverte

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 14 - Question de remorquage

Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 15 - Quiz

Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________
A
arrive
B
arrives
C
arrivons
D
arrivez

Slide 16 - Quiz

Zet in de goede vorm:
ils (gagner) ____________
A
gagnes
B
gagnons
C
gagnent
D
gagnez

Slide 17 - Quiz

Zet in de goede vorm:
nous (trouver) ____________
A
trouvez
B
trouvons
C
trouves
D
trouvent

Slide 18 - Quiz

Zet in de juiste vorm:
(trouver) Tu

Slide 19 - Question ouverte

Zet in de juiste vorm:
(aimer) Paula

Slide 20 - Question ouverte

Zet in de juiste vorm:
(essayer) Nous

Slide 21 - Question ouverte

Zet in de juiste vorm:
(regarder) Elles

Slide 22 - Question ouverte

Zet in de juiste vorm:
(manger) Vous

Slide 23 - Question ouverte

Zet in de juiste vorm:
(acheter) J'

Slide 24 - Question ouverte

Zet in de juiste vorm:
(adorer) Paula et Marie

Slide 25 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit hoe je de een werkwoord op -er vervoegt.

Slide 26 - Question ouverte

Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage

Aan de slag
opdracht 30 cd, 31abc (vwo ook d)

Slide 28 - Diapositive

spreken in duo's over je woning

Slide 29 - Diapositive

Werkwoorden op -er
We gaan de werkwoorden op -er herhalen.
1. Ga naar www.verbuga.eu
2. Zet bij werkwoorden: aimer,  chercher, donner, essayer, parler, regarder
3. Zet bij tijden: présent

Slide 30 - Diapositive

Bien fait 
et
Au revoir!

Slide 31 - Diapositive