BS 1 Eten en gegeten worden MAX

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

BS 1: Eten en gegeten worden

Doelen

* Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen 

    worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij 

    verbranding die energie weer vrijkomt.

* Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven

Voedselketen

Een reeks soorten, waarbij elke soort wordt gegeten door de volgende soort

* Begint altijd met een plant!

* Ieder organisme in een voedselketen noemen we een schakel en tussen ieder schakel staat een pijl. Deze pijl betekent: Wordt gegeten door...

Voedselweb

* Alle voedselrelaties in één gebied zoals een 

   sloot, een bos of een heidegebied behoren 

   tot hetzelfde voedselweb.

* De pijlen geven aan wie er onderling een 

   voedselrelatie hebben. 

   (wie wordt gegeten door wie)

* Er staan altijd producenten (planten) en  

   consumenten(dieren) in (geen reducenten)

* Er staan meerdere voedselketens in een    

   voedselweb

Fotosynthese en Verbranding

Hiernaast staan de  

2 reactievergelijkingen van fotosynthese en verbranding.

Bij fotosynthese (in bladgroenkorrels) worden energiearme/anorganische stoffen omgezet in energierijke/organische stoffen. Energie wordt dus opgeslagen.

Bij verbranding (in de cellen van alle organismen) komt deze energie juist weer vrij.

Producenten

Alle organismen met bladgroenkorrels maken/produceren hun eigen energierijke stoffen, dus hun eigen voedsel (autotroof). Daarom noemen we ze PRODUCENTEN. Alle andere organismen zijn hiervan afhankelijk. 

Zij hebben de planten nodig als voedingsbron (heterotroof)

Consumenten

Dieren zijn consumenten, zij hebben de producenten nodig om in leven te blijven.

Planteneters zijn dieren die alleen planten eten. In een voedselketen zijn ze altijd de tweede schakel (gelijk na de plant). Planteneters noem je daarom consumenten van de eerste orde.

Alleseters zijn dieren die planten én dieren eten. Alleseters kunnen consument van de eerste orde of hoger zijn.

Vleeseters zijn dieren die andere dieren eten; ze zijn altijd consumenten van de tweede orde of hoger.

 Voedselrelaties

Producent

Consument 1e orde

Consument 2e orde

Consument 3e orde

Voedselketen

Planteneters, alleseters, vleeseters

Reducenten

• Schimmels en bacteriën
• Zetten organische stoffen van dode resten van organismen om in anorganische stoffen
• Planten kunnen de anorganische stoffen weer opnemen.

Zo ontstaat een kringloop van stoffen